Evert, Pieter en de erwtenzak Het Starnmeer van Middeleeuwen tot bedijking In deze "Chronyke" is tweemaal sprake van een familie Besse. In de eerste plaats in het artikel over de Starnmeer, van de hand van Evert Besse. In de tweede plaats betreft het de nalatenschap van wijlen Pieter Besse te WestGraftdijk. Wellicht doet dat bij sommige lezeressen en lezers de vraag rijzen: "Waren zij familie van elkaar". Het antwoord is "ja". Maar om het antwoord op z'n Westfries compleet te maken: "Met de erwtenzak erbij". Om te kunnen uitvlooien hoe dat precies zat, met die familiebetrekkingen. De overgrootvader van vader's kant, van wijlen Pieter te West-Graftdijk, heette Jacob Besse. Hij was geboren te Markenbinnen in 1769 en trouwde met Grietje Jansd. Gootjes van de Stierop. Deze Jacob had een broer Evert, geboren in 1758 te Markenbinnen, die trouwde met Niesje Jasperse van Gent. Broer Evert Besse was de over grootvader van de Evert Besse, die het artikel over de Starnmeer heeft geschreven. Deze Evert, uit de Starnmeer, en wijlen Pieter uit West-Graftdijk hadden dus een gezamenlijke voorvader, namelijk de vader van de bovengenoemde broers Jacob (van 1769) en Evert (van 1758). Hij heette Pieter Heyndriksz. Besse, die woonde te Markenbinnen, waar hij in of omstreeks 1728 was geboren en waar hij op 31 augustus 1794 is overleden. Deze "stamvader" Pieter Heyndriksz Besse is tweemaal getrouwd geweest. Zijn tweede vrouw heette Aagje Evertsd Voogd, alias Huysman. Pieter en Aagje hebben 14 kinderen gehad, van wie er 11 volwassen zijn geworden. Drie ervan waren dochters. Van de 8 zonen die volwassen zijn geworden, is er één ongetrouwd gebleven. De andere 7 zonen hebben allen nakomelingen gehad. et nu volgende artikel is een inleiding die Evert Besse (1873-1949) heeft geschreven voor zijn scriptie over de droogmaking van de Starn meer. Hij was geboren in de Starnmeer. Zijn ouders woonden in de boerderij van thans Cor Marrees. Evert Besse was Ieraar aardrijkskunde en geschiedenis, aanvankelijk in Sneek, later aan de Stedelijke Handelsschool te Amsterdam. Na zijn pensio nering in 1938 wijdde hij zich aan het onderzoek naar de geschiedenis van de bedijking en droogmaking van het Starnmeer, met de bedoeling daarover 87

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2000 | | pagina 3