\en volgens ;en kleiner jit Zaandijk ;rschillende gste en het als het ver aar kan het staat en de rkuyl kwam id, waarvan i het steeds :kend of dit voorstellen waren. Hui- dat op dat lillende mo- om de haal- d functione- 42 gebouwd :ctievelijk 19 inhield dat twee schepraderen van gelijke diameter maar van verschillende breedte op één as gemonteerd werden.2 De claim was dat twee [daarmee uitgeruste molens] op gelijke hoogte zoveel water uitmalen als drie achtkan te molens, op de oude manier gemaakt. Er werd besloten naar dit idee twee molens te bouwen. Of hun molens ook echt werden gebouwd en of ze vol daan hebben is niet bekend. De achterliggende gedachte van hun octrooi was dat de molens met een doorgaende windt souden malen met twee schepraders, ende met een sachte matelycke windt, met een schepradt Een aanwijzing dat de idee van een molen met meer dan een scheprad ook in de achttiende eeuw nog leefde, geeft het Groot Volkomen Molen boek uit 1736. Hierin zijn enkele tekeningen opgenomen van een achtkante bovenkruier met twee even grote schepraderen op verschillend niveau met, uiteraard, elk hun eigen wateras (Afb. 2). Het lage scheprad dient te worden gebruikt als het water binnen en buiten laag staat, het hoge als het water zowel binnen als buiten hoog staat. Bij een laag binnenpeil en hoog buiten water kunnen beide schepraderen gebruikt worden. Het gaat hier in feite om een combinatie van een onder- en een bovenmolen. De auteurs claimen een maximale opvoerhoogte van acht tot negen voet. Terwijl bij andere te keningen herhaaldelijk wordt vermeld dat het een bestaande molen betreft, is dit hier niet het geval. Dit suggereert dat de auteurs van een dergelijke molen niet op de hoogte waren. Tabel 2. Octrooien voor molens met twee of meer schepraderen vermeld in Doorman (1940). ir één mole- Pag. Nummer Datum Op naam van Woonplaats Aantal schepraderen; ezemmolens aandrijving t dat reeds 117 G 101 13-11-1607 Pieter Claesz. Graft en 2; wind r waren uit- Pieter Pietersz. De Rijp chepraderen 159 G 234 27-03-1624 Abraham en Jan Amsterdam >1; wind of paard 7,5 voet, als van Hecke 169 G 269 07-12-1626 Peter de Leeuw Nederhorst 2; wind of paard 179 G 303 04-07-1629 Jacob Ysbrantss Amsterdam 2 (1 groot, 1 klein) e scheprade- 237 G 490* 26-02-1666 Theobald van Amsterdam 2; wind 40) vermeldt 296 H 110 23-07-1666 Hoochstede(n) een octrooi 258 G 558* 22-09-1711 Jacobus van Amsterdam 2; wind of paard wee of meer ie geoctrooi- n het archief 325 U 15 11-11-1711 Da(e)len G - Door de Staten Generaal verleend octrooi. ;en van deze ïsz. uit Graft, H - Door Holland verleend octrooi. U - Door Utrecht verleend octrooi. - De octrooien G 490 en H 110 betreffen dezelfde vinding; idem G 558 en U 15. 55

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2000 | | pagina 7