gen vond, gedurende enkele dagen en afhankelijk van het weer, plaats in overdekte loodsen met wanden waarin met schoepen de in- en uitlaat van lucht te regelen was. Te sterke droging of bevriezing hadden droogscheuren of kromtrekken tot gevolg. Na het drogen werden de pannen gebakken in ovens met een capaciteit van 14000 tot 22000 stuks. Het bakken en afkoe len van rode pannen nam doorgaans één week in beslag, bij grijze pannen duurde dat iets langer. In het begin van de 19e eeuw begon men dit proces reeds te mechaniseren en werden dakpannen tenslotte met behulp van strengpersen vervaardigd, waarbij uit een spuitmond de plak klei gegolfd eruit kwam en al of niet automatisch op maat werd afgesneden. De kleuren van de dakpannen waren rood en grijs, ook wel blauw of zwart genoemd. De rode pannen hadden het hele bakproces doorgemaakt terwijl bij de grijze dakpannen de luchttoevoergaten van de oven tijdens het bakproces werden gesloten. Het vuur werd gesmoord, waardoor de grijze dakpannen ook wel gesmoorde pannen werden genoemd. Als het smoren niet goed of voldoende gebeurde kwamen pannen uit de oven die gedeelte lijk rood en grijs waren en daarom gevlamde of genuanceerde pannen wer den genoemd. Doordat de oven na het smoren gesloten bleef en afkoelen heel geleidelijk ging was de kwaliteit van deze pannen doorgaans beter. Het duurde langer en daardoor waren deze pannen duurder ert zijn door de Hollandse zuinigheid ook minder toegepast. Gek genoeg is er momenteel een groot tekort aan rode dakpannen terwijl er genoeg oude grijze pannen zijn. Men onderzoekt nu of de grijze pannen bij een nieuw ongesmoord bakproces rood zullen kleuren. De dakpannen worden hier en daar nog mondjesmaat gemaakt maar zijn na de eerste wereldoorlog verdrongen door andere soorten plattere pannen en na de tweede wereldoorlog kwa men verbeterde gegolfde pannen. De verbeteringen betroffen vooral de slui tingen op elkaar waardoor de elementen minder invloed kregen op het dak hout als ondergrond en vogels verhinderd werden om hun nesten onder de pannen te maken. De verbeteringen vergden ook meer hulpstukken. Waar bij de oude pannen slechts vorstpannen op de nokken nodig waren, zijn bij de nieuwe pannen aan alle zijden van het dak aangepaste elementen nodig, mede ook door de wens om strakkere daken te maken. Een ander effect was dat de dakpannen uiterst maatvast moesten zijn en de speling onder ling danig werd beperkt. Bij de oude dakpannen was een ruime speling in alle richtingen mogelijk en was hier en daar een vervorming een welkome verlevendiging. Bovendien moest zo'n dak nog enkele stormen doorstaan om helemaal "lekker te komen liggen". Zo mag je weer blij zijn dat je iedere dag langs een simpel doeltreffend product mag lopen met zo'n rijke historie. F red Hoek 77

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2000 | | pagina 29