In 1470 werden in Harderwijk deze pannen Stekelse tegelen genoemd en in 1557 werden in Zutphen deze pannen vleugelpannen genoemd. Zij slui ten met de z.g. wel overwegend rechts over links, maar voor de dakvlakken waar de sluitingen anders op de heersende windrichting liggen werden ook linksdekkende pannen gemaakt. Een aardig voorbeeld kunt u aantreffen op de hoek van de Kerkstraat en Langebrugspad in De Rijp. De fabricage bleef niet beperkt tot de Nederlanden maar vond ook plaats in Duitsland. In het oosten en noorden van ons land treffen we deze Duitse pannen aan, merk waardig genoeg alle linksdekkend. De handgevormde pannen dus en dat kon vaak worden waargenomen. In vele pannen zijn de merktekenen van de makers terug te vinden die hun vingerafdrukken in de nog natte klei achterlieten. De pannen hadden een afmeting van 23 x 34 cm en per vierkante meter had je ongeveer 18 pannen nodig die gezamenlijk ongeveer 44 kilo wogen. De Hollandse pan werd in onze streken ook in de 15e eeuw geïntroduceerd maar het duurde op het platteland nog geruime tijd voordat men overging op een dakbedekking die van elders moest komen en bovendien duurder was. Maar in de steden werd het riet langzamerhand vervangen door dakpannen, hetgeen te maken had met de brandkeuren, althans een betere bestendigheid tegen vliegvuur bij uitslaande branden. Daarvoor waren de daken meestal bedekt met hou ten spanen of riet en voor de overheids- en andere belangrijke gebouwen met leien of gebakken daktegels. Er bestonden ook platte gebakken leien, doch doordat deze een drie dubbele dekking over de naden nodig hadden voor een goede waterdicht heid en steile dakhellingen voor snelle waterafvoer vergden, zijn deze nooit populair geworden. Het riet had als voordeel dat het meestal plaatselijk aanwezig was, betrekkelijk licht van gewicht was, winddicht en toch in eni ge mate ventilerend. Het lichte gewicht van het riet was inderdaad betrek kelijk want bij langdurige regenval kon het riet behoorlijk verzadigd raken met hemelwater en werken als een spons. Dakpannen hadden als voordeel dat ze een lange levensduur hadden en vrij eenvoudig waren te verwerken. Buiten de onbrandbaarheid en gemakkelijke verwerking van de dakpannen was een ander voordeel dat regenwater kon worden opgevangen voor drinkwater. Dit kreeg een vervolg toen men op het idee kwam om de pan nen te voorzien van een opgebakken verglaasde toplaag van loodglazuur. Het drinkwater werd daardoor minder vuil omdat het aangroeien van mos sen vrijwel onmogelijk werd. Bovendien werd de dakpan ontdekt als sierlijk element en als zodanig toegepast op de duurdere woningen, boerderijen en landhuizen. In de meeste gevallen waren deze dakpannen zwart geglazuurd maar ook andere kleuren komen voor zoals rood en groen. 75

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2000 | | pagina 27