Het Béstuur van het Heemraad schap „De EflandspolderM, wil bij openbare inschrijvingVerkoopen op YrtJdag 11 April 191» met Ijzeren as en roeden, stalling en unhoorlgheden, genaamd „De Knevelaar*, staande aan groot vaarwater nabij De Rijp, N-H. Inlichtingen en voorwaarden te bekomen bij den Opzichter, -den heer K. HUMER te De Rijp. Afb. 7 - Advertentie in de Alkmaarsche Courant van 5 april 1919. oude scheprad te verwijderen, het nog weinig gebruikte zuidelijkste scheprad op de vrijkomende plaats te stellen en het eerste, zijnde het vaste scheprad van 10 tot 16 duim te verbreden. Over dit voorstel waren hevige debatten ontstaan. Toen de discussie op 11 maart 1789 zou worden voort gezet, kwamen van De Rijp echter alleen J. Heines en P. Muusz. opdagen. Deze bleven op hun oude standpunt, maekende hun compliment en gingen heen. De achterblijvers, die een meerderheid vormden, besloten daarop het oorspronkelijke voorstel uit te voeren. Gecommitteerde Raden stelden in hun beslissing dat er tenminste twee van de drie schepraderen moesten blijven, de breette van dezelve naar de meeste conventie. De regenten van de vier Eilandspolderbannen dienden een gezamenlijk voorstel voor herstel van De Knevelaar ter goedkeuring aan Gecommitteerde Raden voor te leggen. Om aan de vrees van De Rijp tegemoet te komen moest in deze overeenkomst worden vastgelegd dat het aantal van twee schepraderen 65

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2000 | | pagina 17