trolerende ndere ver- De Rijp in het besluit ch tijdstip: ieels afge- ht. De op uit een be en van het n zien dat e brengen. verscheen, tan de me- tot de ab- ook af op van Berc- i kaart van Jitwateren- kaart, op- 5 daardoor i opgehan- ssentatieve meer han- -bladskaart eerden vrij- ras dat niet zijn. familiewa- blijven. De heren be- functies en eld aan de we bij die der de wa rt bevinden Museum zich onder meer die van Auwel Pietersz Prins, schepen en vroedschap uit De Rijp, en van Cornelis Bek, doopsgezind koopman uit De Rijp. De kaart van 1825 Op 12 februari 1811 werd door het College van Dijkgraaf en Hoogheem raden besloten dat er een nieuwe kaart moest komen met dezelfde opzet als de oude zestienbladskaart. Het belangrijkste was de actualisering van het kaartbeeld. Dat deze zich in feite zou beperken tot enkele hoofdpunten, komt hieronder nog uitgebreid aan de orde als het voor de Club van Hon derd herdrukte kaartblad van 1825 wordt vergeleken met het overeenkom stige 'oude' blad van 1745. Voor de nieuwe kaart zouden ditmaal nieuwe koperplaten gebruikt worden. De oude platen werden dus niet meer - zoals bij de eerdere uitgaven - plaatselijk bijgewerkt maar in z'n geheel opnieuw gegraveerd. Jan Sabrier verrichtte de nieuwe opmetingen. Ik vermoed dat hij selectief hermeten heeft en zich beperkte tot een aantal plaatsen waar het kaart beeld sinds 1680 qua waterlopen of wegen ingrijpend was gewijzigd. Vol gens het cartouche van de 1825-kaart was deze 'op nieuw geheel geteekend' en waren 'de voorgevallene veranderingen daar op gebragt door derzelver landmeeter en architect C.W.M. Klijn'. Als graveur wordt de firma Dl. Veel waard en Zoon vermeld. De gemonteerde zestienbladskaart was net zo groot als die van Dou (174 x 232 cm). Het voor de Club van Honderd her drukte kaartblad is dus vrijwel op ware grootte afgebeeld. Een vergelijking van twee kaartbladen: 1825 en 1745 Wat is leuker dan het bekijken van een topografische kaart? Een goed antwoord op die vraag is volgens mij: Het vergelijken van twee verschillen de kaarten van hetzelfde gebied, vooral als de ene kaart een stuk ou der is dan de andere. Ik heb dat gedaan door het herdrukte kaartblad van 1825 te vergelijken met het overeenkomstige blad van Dou's zestienblads kaart uit 1745. Voor de laatste heb ik een facsimile-herdruk gebruikt (Schulting, 1970). Al direct viel op dat de 1825-kaart een rustiger, iets mo derner en overzichtelijker indruk maakt dan die uit 1745. Dat laatste heeft zeker te maken met de nieuw ingevoerde arcering van watervlakken, waar door in een oogopslag de verdeling tussen water en land duidelijk wordt. Ik kan niet helemaal uitsluiten, dat mijn indruk wat beïnvloed werd door de kwaliteit van de herdruk (of van het daarvoor gebruikte origi neel). De herdruk van de 1825-kaart maakt een perfecte indruk, aanzienlijk beter dan de door mij gebruikte herdruk van de kaart uit 1745. Natuurlijk doet dat niets af aan de charme van het oude kaartbeeld en mijn bewonde ring voor de toen door landmeters, graveurs en drukkers geleverde presta ties. Sulletin 41

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2000 | | pagina 40