Een beschilderd sleetje voor het
nieuwe museum
Een toogje voor de kinderen Admiraal
Boomkweker Klaas Admiraal (1855 - 1921) en zijn vrouw Maartje
Blaauw (1855 - 1939) lieten in 1884 voor hun twee jaar oude zoontje Maar
ten en hun net geboren dochter Trijntje een sleetje maken (afb. zie omslag).
Het werd een toogje, volgens Van Dale een aanduiding voor een sierlijk be
werkt baksleetje. Het toogje voor de kinderen Admiraal is versierd met vier
kleurrijke winterlandschapjes op een donkergroene achtergrond, geschil
derd door dorpsgenoot Willem Spaarman. De binnenkant van het bakje is
menierood van kleur, op de bodem een zitbankje. Het sleetje is gemakkelijk
uitneembaar: je kunt de vier wanden van de bak stuk voor stuk wegnemen
en houdt dan een onderstuk over dat als priksleetje gebruikt kan worden.
Trijntje heeft niet of nauwelijks plezier van het sleetje gehad: zij stierf al
heel jong (1888). Maarten heeft de slee vele jaren in zijn bezit gehad. In het
begin van de jaren zeventig, toen hij achter in de tachtig was en zijn enige,
ongehuwde zoon Jack (Jacob Adriaan, geboren in 1912) nog kinderloos,
schonk hij het toogje aan een familielid, de heer Adriaan Blaauw. Sindsdien
heeft het bij deze laatste in huis gestaan, eerst in Drenthe, later in het
Groninse Haren. Toen het echtpaar Blaauw - van Muijlwijk in 1999 hoorde
van de plannen voor een nieuw museum besloten zij het toogje in bruikleen
af te staan met de toezegging het te schenken bij de officiële opening van
het museum aan de Tuingracht. Het museumbestuur is uiteraard zeer inge
nomen met dit sympathieke gebaar.
Families met een brede belangstelling
Tot het eind van de negentiende eeuw waren beschilderde voorwerpen
populair, vooral op het platteland. Groot en klein meubilair, luxe wagens en
karren en pronk- of siersleeën werden versierd met onder meer bijbelse ta
ferelen, landschapjes en spreuken.
Wie iets meer weet van de familie's Admiraal en Blaauw kan zich goed
voorstellen dat Klaas Admiraal en zijn vrouw Maartje Blaauw voor hun kin
deren een sleetje met afbeeldingen uit eigen omgeving lieten maken. Over
de ondernemende, inventieve en breed geïnteresseerde familie Admiraal
heeft de heer Köhne in Een Nieuwe Chronyke van september 1996 een aar
dige en informatieve bijdrage geschreven. Maartje had de belangstelling
voor lokale historie al met de paplepel naar binnen gekregen: zij was de
dochter van Jacob Blaauw, dichter, veearts en een verwoed verzamelaar van
32 Museum,