C 22.)
VleefchStokvifch én andere gewoone Scheepskok.
Mytï'Volk welk na voor zeven Maanden Maand
geld,--en voor veertien Vittellen Vifchgeld te ontvan
gen hadti werdt nog dien zelfden Avond betaald, en
ging met een luid-Vreugdegeroep van Boord. Hét
wasre^ds zederd eenige dagen gewoon aan derge-
lyk Vreugdegeroep, om daarmede de Vreugdebetui
gingen te beantwoorden, welken men ons op de Elve
meenigvuldig bewees.- De Schependie ons te ge-
moet kwamen, en de Menfchen aan de Oevers, die
ons zagen opkomenverwelkoomden ons deels met
blyde Toejuichingen deels met Vreugdefchoote.n,
en deels met Vlaggen, ten blyke van het hartlyk Aan
deel, dat zy in onze behoudenis namen.
In Hamburg vernam ik wel met genoegendat het
meergemelde vierde Schip van den Kommandeurifo-
drik Pieters welk wy den vyfden October uit hét
gezigt verlooren, gelukkig in Holland aangekomen
was doch ik had gedachtdat ik mynen' Kame
raad den Kom man deur Geerd Geeldsdie waar-
fchynlvk voor my uit het Ys kwamreeds te Ham
burg zou gevonden hebben. Of de Hand Gods,
die ons tegen tille vermoeden gered heeft, ook hem,
benevens den Hollandfchen Komman deur Fredrik
Broërfe te rug zal brengen moeten wy afwach
ten-^).
Ge-
co Van liet Schip van deczen ICommandeur heeft men hier in Holland terwyi dit
Reis-Verhaal gedrukt wordt, nog getne-'fydlng.
26