DECE M B E R.
(20)
ten waarmede zyop hetzelve va ft gemaakt warendeels
gebroken, deels uitgerukt wierden. In de twee vol
gende dagen duurde de Storm uit het Noordnoord-
weften nog fteeds. Wy dreeven voor een Bezaans-
zeil. Des namiddags werdt het ftiller. Wy bragten
nog een Zeil by, en hadden des Nachts eene ftyve
Koelte. Den acht en twintigften hadden wy, op de
Breedte van vier en zeftig twee derde, en de Lengte
van twaalf Graadeneenen maatigen Wind; weshal
ve wy meer Zeilen byzetten. Den negen en twintig
ften hadden wy goed Weer en bekwaaraen Wind.
Wy vorderden dien dag twintig, en den volgenden,
met eene ftyve koelte, vier en twintig M-ylen, zyn-
de toen op de Breedte van een en zeftig" en eenen
haiven, en de Lengte van zeftien en eenen halven
Graaden.
Den ccrftcnDecember kwamen wy, op de Breed
te van negen cn vyftfg een derde en de Lengte van
zeventien Graaden in de Noordzee. Ik deed d*e
Touwen in de Ankers brengen, en hadden tweeden,
Noordnoordweftewind metRegendoch tuflchen bei
den zulk goed Wc Cr, dat ik voor de eerftemaal we
der met zekerheid de Hoogte der Zon van zeven en vyf-
tig Graaden zeven en veertig Minuten kon neem en;
waarby ik de Lengte op achttien en eenen halven Graad
beteekende. Wy hadden ook het genoegen drie
Schepen te ontmoeten. Den derden liepen wy over
&og-
24