O?) Den twaalfdentoen wyons op de Noorder Breed te van zeventig Graaden dertig Minuten bevonden, geraakte deZee,by eenen ft erken Wind uit het Noor den, weder eenigzins in Beweeging,Zo aangenaam liet nu voor ons was waar te neemen, dat hetYsveld, waarin wy beflooten waren, zeer merklvk Zuidwaard voortgedreeven was; zo opmerkzaam maakte ons ook de Ontdekking,dat ons Ysvekivolgens zyne Strek king, veranderd was, en zich nagenoeg twee Stree- ken, dat is omtrent twee en twintig Graadenomge draaid hadt. 't Een en ander deedt ons hoopen, dat wy, met den Stroom hoe langer hoe verder naar het Zuiden dryvende, ook op deeze of geene wyze on ze Verlofling zouden nader komen. Den dertienden werdt de Wind cn de Zeebeweeging fterker. Wy zagen ten'Zuiden en Noordöoften Water;doch byde Stilte van den vyftienden zette zich alles weder vaft. Den zeftienden hadden wy ongeftaadigen Windhee- vige Koude, en eenige Beweeging in de Zee; welke den volgenden dag zo toenamdat het Ys fchcurde, en onze Schepen weder los wierden. Wy verzuim den niéts 'om 'er ons uit te werkenhingen het Roer in, en zetten Zeilen by; 't welk, dewyl zy niet al het Touwwerk bevrooren waren ons ongelooflyken arbeid veroorzaakte. Den achttienden hielden wy, by eenen fterken Weftnoordweftewindonder zwaa- rèn Regen, daarmede aan, hoppende des avonds aan den Buitenkant van het Ys te komen. By eene daarop gevolgde Stilte hadden wy echter hooge Zecbeweegingen, met eenen Zuidewind. On- C ze 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2000 | | pagina 20