welk insgclyks alle moeite aanwenddeom cencn
Uitweg te zoeken; doch den volgenden dag verloo-
ren wy het weder uit het gezigt. Wy maakten ons
aan eene Ysfchots valt, trokken den zevenden, den
ticheden en negenden, onze Schepen met Lynen langs
de Ysvelden heen, en werden, op de Breedte van
vier en zeventig Graaden vyf Minuten, weder door
het Ys bezet. Middelerwyl zagen wy het Schip,
dat wy den vyfden Auguftus ontdekt hadden we
der voor ons. Ook zagen wy op de Ysfchotlèn de op
en neerklimmende Zeehonden fpcelcn en dewyl
het Ys in de volgende dagen weder los gins. werk
ten wy onvermoeid tuflehen de dryvende Ysfchotfen
door, om "er uit te komen; waarin wy echter niet
alleen door het Ys,maar ook door eenengeduurigen
dikken Mift, die ons niet toeliet, op eenigen aan-
merklyken Afitand vooruit te zien op bet krach-
tigfte verhinderd.werden.
Den zeventienden dier Maand zagen wy eenige
Viffchen. Den volgenden dag hadden wy Berken
Regen, met een en vry harden Goftëtfind, die van
tyd tot tyd nog harder werdt, en ons de eerfte zeer
ruuwe Winterlucht aanbragt. Den twintigften bc-
fpeurden wy weder eenige Deining, of Zcebeweeging,
hadden zwanren Mift, trokken onze Schepen 'met
Lynen voort, doch Noordwaard aan, vcrlooren het
vierde Schip weder uit het gezigt, en waren op de
Noorde.r Breedte van drie en zeventig Graaden acht
.pn veertig; Minuten.
By
(10)
14