(8) ftige Gedachten. Ik Wekte echter myti Volk op, zo veel ray mooglyk was. Schoon nu wel onze Voor raad van Leevensmiddelen aanzienlyk was en wy ook, tot dien tyd toe, nog geen hard Brood of Scheeps-Befchuit geproefd maar nog fteeds week dat is, ordentlyk gebakken Brood gegëeten hadden; zo ftelde ik hun echter voor, hoe wy verfchuldigd waren, ons Leeven, zo lang het eenigzins mooglyk was, te bewaaren, en gaf hun teffens, den zeftien- den dier Maand, te kennen, dat 'er in het toeko mende dagelyks niet meer dan twee warme Maalty- den zouden gehouden worden; waarmede zy allen te vreede waren. Den zeventienden maakten wy ook een begin daarmede. Ondertuflchen kwamen deYs- velden dagelykshoe langer hoe nader by een. Dit maakte ons zeer verlegen, en grootlyks bezorgd, dat wy wegens het aandringende en ons fteeds be- naauwende Ys ons Schip zouden verliezen. Hierom deed ik, den zes en twintigften July ,toen wy op de Noorder Breedte van vier en zeventig Graaden drie en vyftig Minuten waren, onze Leevensmiddelen, deels tuflchen, en deels boven het Dek brengen om de zei ven te kunnen redden indien wy zo ongeluk kig warendat het Schip vcrbryzeld wierdt. Den zeven en twintigften befpeurden wy eene zo genaamde Deiningof Beweeging in het Ys~,~ welke ge- mecnlyk ontftaat, wanneer de openbaare Zee door eenen Storm aan het beweegen gebragt wordt. De Ysbergen fcheurden van elkander. Wy kreegen een- wei- »v 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2000 | | pagina 11