ook de Wrakken der verongelukte Schepen in het Ys^ doch konden daar niet by komen, maar moeiten zelfs nog hooger opzeilen dewyl het Ys, dat door den Zuidweltewind naar het Zuidöoften werdt gedree- ven, zich hoe langer hoe valtcr zette, en ons van dag tot dag meer en meer benaauwde. Wy zeilden dan langs de Ysvelden geltaadig op en neer, om te- zien, of'er zich ergens eene Opening om te ontko men mogt opdoen; doch wy vonden geenen weg, om uit het Ys te geraaken; integendeel zagen wy ons in een geduurig gevaar om Schip, en Goed, en Lee- ven te verliezem' Het Ys, dat nu van het Noordwelten, of van de Kuiten van Oud-Groenlandal gaande weg, en zon der ophouden, kwam aankruienen zich op onze Breedte van vyf en zeventig Graaden dertig Minu ten verfamelde, ('t welk onder de Benaaming van het Wejl-Ts bekend is;) hadt eene Dikte van acht Voeten. De Ysfchotfen werden door de kracht van het aandringende Ys, ter Hoogte van Huizen,, op elkander gefchoovenen zv lieten ons, aan een lang Ysveldin eene kleine Bogtwaarin wy ons binnen gezaagd hadden, maar eene kleine Ruimte overig, om 'er te liggen In deeze Ligging, en toeltand van zaaken, waarin wy zeer duidlyk bemerkten, dat zelfs de hooge Ys- bergen zich in elkander begonden te fluiten en dat zy ook onbeweeglyk wierdenmaakten wy reeds ern- Iti- Zie de Afbecldiog daarvsa pp de hier voor fhande Tytelplaas. 1 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2000 | | pagina 10