komen. De patriotten die zich enige jaren stil hadden moeten houden, maar nog altijd hun wapens bezaten, meldden zich aan. Op de 24e richtten deze schutters voor het raadhuis een vrijheidsboom op, waarbij schout Heinis de toegestroomde burgerij toesprak. Op 3 februa ri werd het nieuwe, "gezuiverde" dorpsbestuur (municipaliteit) ingehuldigd. In Graft geschiedde het feestelijk planten van de vrijheidsboom pas op 30 april. Daarbij werden 15 flessen genever soldaat gemaakt. Op 20 mei kwamen drie Haagse commissarissen onder begeleiding van huzaren en de Rijper schutterij in Graft nog twee leden van de municipali teit van hun posten vervallen verklaren "uyt hoofde van te sterke verkleefd- heyt aan 't voorige gouvernement". Europees evenwicht De politieke ontwikkelingen in ons land werden in het buitenland nauw lettend gevolgd. Engeland had sinds 1793 oorlog met Frankrijk. Onze stad houder was, evenals de meeste regenten, Engels gezind. De Bataafse Repu bliek sloot in 1795 vrede en een verbond met Frankrijk. Holland was mili tair van weinig betekenis, maar wel een belangrijke financiële bondgenoot. Engeland zocht nu steun in Europa bij de andere tegenstanders van Frankrijk, zoals Pruisen, Oostenrijk en Spanje. Na de Franse entree in Holland legden Spanje en Pruisen de wapens neer, maar Engeland wist de Russische Tsaar voor veel geld te interesseren mee te doen in een alliantie tegen de Franse expansie. In Italië werden enige successen geboekt. Wat Oranje betreft, vooral de erfprins zon op mogelijkheden om het Bataafse bestuur te dwarsbomen en het oranjehuis weer op te bouwen. Zijn vader machtigde hem in december '98 tot "alle zoodanige arrangementen als Hij in de omstandigheden waarin zich het Vaderland bevindt, ten mees ten dienste van den Staat der Vereenigde Nederlanden en van deszelfs goe de Ingezetenen zal oordelen te behooren". De stadhouder liet het handelen graag aan anderen over, maar Prinses Wilhelmina schreef in juni '99 haar zoon, die in de Pruisische stad Lingen woonde: "het is nu de tijd om de tegenaanval voor te bereiden en gij moet de ziel van dat alles zijn". De Engelse regering had eveneens het idee om samen met de Russen een nieuw front tegen de Fransen op te werpen en wel in Holland. Een landingsleger zou een invasie moeten uitvoeren en met de hulp van de Hollandse bevolking het oude regime herstellen als stevig tegenwicht tegen Frankrijk. Een zoon van de Engelse koning George III, die de titel droeg "Hertog van York en Albany" werd het opperbevel over de onderneming opgedragen. 125

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1999 | | pagina 9