Oranje, of juist niet
Door de wisselende situatie werd de burgerij in deze periode soms
geconfronteerd met uiteenlopende bepalingen betreffende openlijke oranje
aanhankelijkheid. Op 24 augustus 1772 maakte de stadhouder aan de ver
gadering van de Generale Staten de geboorte bekend van zijn oudste zoon,
de latere koning Willem I. Terstond daarop werd door de Staten-trompetters
het Wilhelmus geblazen. In genoemd jaar kon dat nog zonder commentaar
gebeuren, maar door de groeiende invloed van het patriottisme veranderde
ook op dit punt de sfeer. In Graft werd in februari 1786 door schout en
vroedschap gemaand tot "rust, eensgezindheyt, onderwerping en respect
voor deselver regeeringe". Kennelijk was er ook hier wrijving en menings
verschil tussen de partijen. En die onrust was overal in 't land merkbaar,
vaak veel diepgaander dan in Graft.
Bij resolutie van de Staten van Holland werd een jaar later (1787!) het
zingen van Oranje-liedjes en het dragen van oranje linten verboden. Zo ver
was het in ons gewest al gekomen. Na de machtsherstelling werd in
september de resolutie weer ingetrokken. "Vivat, Oranje leeft, ten speyt van
die 't weerstreeft", aldus de gegraveerde tekst op een drinkglas, te zien in
ons museum.
Op 6 oktober feliciteerde de vroedschap van De Rijp de burgerij met de
restauratie van het stadhouderschap. Het dragen van oranje versierselen
werd hierbij aanbevolen. Dezelfde vroedschap voorzag bij de verjaardag van
Willem V op 8 maart '88 onlusten en verplichtte nu eenieder, terwille van de
uniformiteit, tot het dragen van oranje! In Graft werd de bevolking gewaar
schuwd zich op deze dag ordentelijk te gedragen en niemand te molesteren.
De weegschaal zou licht weer kunnen doorslaan naar de andere zijde.
De fluwelen revolutie
De patriotten waren bewust naar Frankrijk gevlucht. Daar was van geest
verwanten steun te verwachten Daar was een sociale omwenteling in volle
gang. Frankrijk was arm, grote ontevredenheid heerste alom. Er werd om
vrijheid-gelijkheid-broederschap geroepen. Aristocraten werden naar de
guillotine verwezen, waaraan uiteindelijk ook koning Lodewijk XVI niet
ontsnapte. De Nationale Conventie in Parijs beloofde broederlijke hulp aan
alle volken die hun vrijheid wilden heroveren.Een oorlogsverklaring aan
Groot-Brittannië volgde.
Om het gebied van de Zuidelijke (Oostenrijkse) Nederlanden werd in
1794 al strijd gevoerd, waarbij ook Engelsen en Hannoverianen waren
betrokken. In augustus van dat jaar werd Sluis bezet, daarna ook
Maastricht en Venlo.
123