vroeg hij Jan Oldenburg: "Als jij me komt helpen, krijg je het boek". Jan, die
inmiddels trouwplannen had, had op dat moment geen werkgever meer
doordat zijn broer er geen twee getrouwde assistenten op na kon ouden.
En zo heeft ons erelid Oldenburg de laatste fase van het bestaan van het
Rijpertje mede gestalte gegeven. Dat deed hij niet alleen als zetter en druk
ker. Jan: "Als de krant gedrukt was, hielp ik ook mee vouwen en
bandjes erom doen, voor de postabonnees. Na het vouwen werd ik bezor
ger, in De Rijp. In Graft waren het de kinderen van Stoop, de kruidenier; Jan
en Greetje Stoop."
Op zeker moment nam Hoogcarspel de drukkerij over van "De
Drie Meren", in Middenbeemster. Helaas verloor daarna langzamerhand het
Rijpertje zijn populariteit. Het leek wel of Hoogcarspel er niet veel zin meer
in had. De doodsteek kwam doordat zijn bedrijf een grote klant kwijt raak
te: de Nederlandse Wolfederatie, waarvoor hij het drukwerk verzorgde en
wat voor driekwart het bestaan betekende van de drukkerij. Oorzaak van
deze verliespost was de directiewisseling van de Wolfederatie.
Intussen zagen veel Beemsterlingen, vooral de boeren, het samengaan
van het Rijpertje met hun "Drie Meren", per 7 oktober 1949, als een per
soonlijk verlies. Hoogcarspel werd er op aangesproken. Zijn antwoord was:
"Als jullie een wrakke koe hebben, gaat ze naar de markt..." Het verhinderde
intussen niet dat het in De Rijp kat achter kat regende van de bedankjes. De
kreet "waar is de Rijper vaatdoek" verstomde. Hoogcarspel beëindigde de
uitgave. Op 6 januari 1950 verscheen het laatste nummer van de Rijper
Courant. De verslaggever-drukker-hoofdredacteur verklaarde aan zijn le
zers dat hij niet de oudejaarsdag had willen gebruiken om het einde van
zijn blad wereldkundig te maken "dat was er zo'n akelige tijd voor, maar nu
wij het nieuwe jaar zijn ingegaan, moeten wij de toestand toch nuchter be
kijken." En hij besluit: "De doodsklok over de "Drie Meren" en de "Rijper
Courant" luidt; het spijt ons, dat wij het moesten zijn, die daarvoor de op
drachtgevers waren". Op dat moment van beëindiging bedroeg de abonne
mentsprijs nog altijd niet meer dan 75 cent per kwartaal. Maar wel bij voor
uitbetaling.
En Jan Oldenburg? Hij was behalve zetter en drukker inmiddels onder
meer voorzitter van de afdeling Purmerend van de Algemene Grafische
Bond. Hij stapte over naar de Stadsdrukkerij van Amsterdam en werd zo au
tomatisch ambtenaar. Nooit meer vouwen, plakken en bezorgen. Maar wel
een hoofd vol herinneringen en een map vol oude Rijpertjes als tastbaar
bewijs dat het Rijper nieuws zijn eigen geschiedenis heeft en een eigen rol
heeft gespeeld in deze aflopende 20e eeuw.
Cor Booy.
143