leesgenot in klinkende munt om te zetten? Of was het misschien de bittere
armoe in De Rijp en omstreken in die crisisjaren, die de drukker er toe ver
leidde te proberen het visje achteraf binnenboord te halen?
Hoe dan ook, uit eigen ervaring weet ik dat de heer Hoogcarspel zich in
uiteenlopende gedaanten vertoonde voor de instandhouding van zijn week
blad. Hij ging er zelf op uit om raadsvergaderingen, toneel- en muziekuit
voeringen met zijn verslaggeving voor het nageslacht in gedrukte vorm vast
te leggen. Hij was zijn eigen redacteur, tevens hoofdredactie. Advertenties
colporteren zal hij niet hebben gedaan. De middenstanders zorgden zelf
voor min of meer regelmatige toestroom van hun reclames, maar wellicht
noteerde de kwitantieloper of de bezorger ook wel hun reclameboodschap
pen. Aris Boldewijn in West-Graftdijk was er zo een, maar die had dan ook
in naam nog een eigen "bureau" waar je advertenties - zelfs onder nummer -
kon opgeven. De advertenties uit de Rijper middenstand (en met kermis ook
die van Graft en Graftdijk) eindigden steevast met "beleefd aanbevelend" en
dan de naam van de betreffende middenstander. Ook hierin zelden illustra
ties. Behalve in de advertenties van Hoogcarspel zelf: de Caw's vulpennen en
de Sleeswijk's toeristenkaarten. De mannetjes uit Eisma's eigen stoppers
figureerden ook bij Hoogcarspel, maar met andere teksten. En dan waren er
zijn jaarlijks terugkerende Sinterklaascliché's. Zo'n drie weken voor
5 december verscheen - heel bescheiden - de eerste. Een week laten waren
er twee of drie en op de laatste zaterdag voor pakjesavond was de hele kast
er voor leeg getrokken: wel vijf verschillende Sinterklazen, al of niet te
paard en al of niet vergezeld van zijn Pietermeknecht, op het dak of elders.
Hoogcarspel - en dat zal bij zijn voorganger Eisma vermoedelijk niet anders
zijn geweest - had uitsluitend handzetsel van losse letters. Het zogenaamde
platte zetsel, voor zijn verslagen van raadsvergaderingen, voetbalwedstrij
den enz. liet hij maken door loonzetterij Van Soest, in Amsterdam. Ik heb
zelf meegemaakt dat hij met een kistje vol van dat loden zetsel achter op de
fiets zich liet overzetten te Spijkerboor, om het gebruikte zetsel terug te
brengen. Maar in de regel zal hij gebruik hebben gemaakt van de bodedien
sten (o.a. Rens Spaarman) die verbindingen tussen De Rijp en de hoofdstad
onderhielden. Dat waren destijds, naast "Schipper Visser", belangrijke vor
men van dienstverlening, waaraan ook nog wel eens een historisch artikel
mag worden gewijd.
Hoogcarspel's Rijpertje intussen had zonder enige twijfel ook zijn popu-
laireit te danken aan de sportverslagen: AW De Rijp en Dreo waren de voet
balverenigingen van De Rijp en Graft, elk met hun eigen aanhang; GSV was
de Graftdijker Sportvereniging met een korfbal- en een voetbalteam en ook
Grootschermer had zijn eigen sportbeoefenaren. Dat stond allemaal in de
140