Wonen in de jaren '20
niet nodig. Het is wel handig als de secretaris met een tekstverwerker kan
omgaan.
Kortom, zegt u nu niet meteen: 'Dat is toch niks voor mij', maar denk er
eens over na.
Voor wie meer wil weten: de secretaris en de voorzitter zijn dagelijks na
19.00 uur telefonisch te bereiken op nummer 0299 674613. Wij hopen dat
de telefoon roodgloeiend komt te staan.
Marijn Schapelhouman
Vanuit Bergen is in 1818 Jan Oldenburg in Graft komen wonen. Vanaf
1840 woonde mijn overgrootvader in De Rijp aan de Tuingracht 408
(nu huisnummer 28). Zijn beroep was "schuitenjager" en koopman. Hij is
ook eigenaar van de cafétjes de "Zevenster" en de "Halve Maan" geweest en
"Wezenvader" in het Grafter weeshuis. Hij had een groot gezin: elf kinderen.
Mijn grootvader Cornelis Oldenburg (Olde-Keesie) was op 1 juli 1898 25
jaar brievenbesteller in De Rijp en héél erg gezien. De Rijp was één vlag-
genzee. Hij woonde ook op hetzelfde adres. Op zijn jubileum trouwde mijn
vader Pieter Oldenburg met mijn moeder Trijntje Hoek. Hij was ook brie
venbesteller in de Beemster, en nadat zijn vader Cornelis gepensioneerd
werd, in De Rijp. Vader Pieter is in 1871 en zijn broer Jan in 1873 op boven
genoemd adres geboren.
Mijn ouders betrokken ook de woning op Tuingracht 408. 3 Kinderen
zijn hier opgegroeid: broer Cor, Dirk en ik (Jan). Mijn broers waren 16 en 14
jaar ouder. Daarna hebben wij enige tijd in Schermerhorn gewoond.
In 1924 heeft mijn moeder van slager A.J. Deckwitz het huidige pand ge
kocht, Tuingracht 419 (nu nummer 14), met een kwart gedeelte van het
achterliggende erf. In 1937 is de helft en in 1947 het overige gedeelte van
het erf er bijgetrokken. Zo hadden moeder en ik een vrij erf tot aan de ha
ven.
Voor 1924 werd het huis in twee gedeelten bewoond. In de aanbouw
woonde Dirk van Eijk met Neel Mienes. Een andere bewoner daarvoor had
zich op de zolder opgehangen en zich zo van het leven beroofd.
In het voorhuis woonde weduwe Bart. Zij had een kruidenierswinkel aan
de kant van slagerij Deckwitz. Aan de kant van het Algemene Wees- en Ar
menhuis was een opkamertje met een klein raampje, zodat men uitzicht in
de winkel had. Aan de wand van de achterkamer waren de schappen en te-
84