Deze lichaamstaal weerspiegelt volgens Spicer een toegenomen zelfbe wustzijn, vastberadenheid en trots van de Hollandse burgerij als gevolg van de successen in de Opstand tegen Spanje.I3) De afgebeelde officieren en onderofficieren dragen elk hun eigen speci fieke wapens als onderscheidingsteken van hun rang. De hellebaard was het wapen van de onderofficieren (sergeanten en korporaals)."" Deze per sonen dienden ten opzichte van de gewone schutters dus over leidingge vende capaciteiten te beschikken en tevens een voorbeeld van deugdzaam heid te zijn. In Alkmaar, waar de hier besproken schotel waarschijnlijk vandaan komt, waren schutters een vertrouwde verschijning. In Graft, waar de scho tel is gebruikt en uiteindelijk als bodemvondst is teruggevonden, was niet zozeer sprake van een schutterij, maar dienden de schout en zijn schepe nen toe te zien op de ordehandhaving. Wel noemden de inwoners van Graft zich naar buiten toe 'burgers', zoals uit archiefstukken blijkt.151 Formeel ge zien waren ze dat eigenlijk niet, omdat ze voor de rechtspraak aangewezen waren op de regionale rechtbank van het nabijgelegen Alkmaar. Qua stadse levensstijl en mentaliteit voelden de Graftenaren zich echter nauw verwant met hun Alkmaarse buren, vandaar dat zij zich van de benaming 'burgers' bedienden. Weerbare en waakzame Schermereilanders Ook al hadden ze geen echte schutterij, weerbaar en waakzaam waren de bewoners van het Schermereiland zeer zeker. Zo citeert Van Deursen een archiefstuk betreffende het beleg van Alkmaar in 1573.161 Op de dag dat de Spanjaarden hun bestorming hadden ingezet, kwamen "de simpele vis- schers van den eylande Schermer en Schermerhorn door een sonderlingen yver met alle hun macht van schuiten en pramen" aangevaren onder luid geroep van: "val aen, val aen, slaet dood den Spanjaerts, twelck een groote schrik maekte en de storminge veel belette". In 1575 kreeg ook Graft zelf tot twee maal toe ongenood bezoek van tot de Spaanse troepen behorende huurlingen. Van Nierop beschrijft hoe in ja nuari 1575 enkele vrijbuiters uit het Spaanse leger zich met kwade bedoe lingen op de schaats naar Graft hadden begeven, waar zij echter door de bewoners van het Schermereiland waren verjaagd.171 Op 26 maart 1575 pro beerden de Spaanse huurlingen het nog een keer. Van Deursen verhaalt hoe 150 man met 9 schuiten een nieuwe poging ondernamen om het Schermereiland te bezetten. Ook deze keer werden ze echter teruggeslagen door de eilandbewoners, versterkt met een troepje Geuzen.181 Daarna is door de Spaanse troepen definitief afgezien van nieuwe aanvalspogingen. 71

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1999 | | pagina 35