Hellebaardier
Beginnend met de pre-iconografische beschrijving is het meest in het
oog springend de centraal staande afbeelding van een op zij kijkende,
staande man, die in zijn linkerhand een stokwapen van het type hellebaard
vasthoudt. Zijn rechterhand rust op zijn heup, waardoor de elleboog van
zijn rechterarm in een hoek naar buiten steekt. Deze specifieke fiere li
chaamshouding is in de cultuurhistorische literatuur wel aangeduid met de
term 'Renaissance-elleboog',6' waarop verderop nog zal worden teruggeko
men. Verder draagt de man ook nog een zwaard aan zijn gordel. Aan kle
dingstukken kunnen worden genoemd: een bolhoed met een veer erop, een
smalle plooikraag rondom de hals, een wambuis met een versiering van
kleine insnijdingen, een wijde pofbroek en lage schoenen, die eveneens zijn
gedecoreerd met een patroon van kleine insnijdingen. De voorstelling van
een hellebaardier is binnen het repertoire van de hier besproken slibdeco-
rateur zeker geen unicum. Zo is een schotel met vergelijkbare afbeelding
bekend, die is voorzien van het jaartal 1590.6) Ook bij dit stuk gaat het om
een bodemvondst uit Graft.
Wat betreft de iconografische beschrijving van genoemde manspersoon
is met name zijn wapentuig van belang. Afbeeldingen van gewapende man
nen waren gedurende de gehele 16de eeuw een geliefd thema in de beel
dende kunst. Bekend zijn dergelijke voorstellingen onder andere van de
Zuid-Duitse 'Kleinmeister', waartoe kunstenaars als Solis, Schön, Altdorfer
en de gebroeders Behan behoren. Zij hebben - met name in de jaren '30 van
genoemde periode - op grote schaal afbeeldingen verspreid van gewapende
militairen, alsmede vaandeldragers, fluitspelers en tamboers. Deze prenten
waren bijzonder populair en kenden een groot verspreidingsgebied. Ook
werden ze gebruikt in de toegepaste kunst en sierden ze bijvoorbeeld
drinkgerei van Duits steengoed uit die tijd.7»
Duitse landsknechten en Hollandse geuzen
De afgebeelde militairen waren zogenaamde 'landsknechten', huur
lingen uit het leger van de Rooms-Duitse keizer. Zij droegen sierlijke
kledij volgens de in die kringen gangbare splittenmode en grote platte
baretten, die vaak versierd waren met uitbundige verenbossen. De hou
ding van burgers en dorpelingen ten opzichte van deze landsknechten
was ambivalent.8' Enerzijds werden hun heroïsche daden in de oorlog
tegen de Turken geroemd. Maar anderzijds zag men in de huurling ook
het prototype van de op geld beluste, zuipende, vloekende, agressieve
losbol, die bovendien ook op seksueel gebied bandeloos gedrag ver
toonde. Een milde echo van dit negatieve imago drong onder meer door
67