Bij de kerstprent
I
rhaal in
de nachtmis,
ckers.
useum groot
um, wat wil
elfragment in
Sporthal
lzonder
van de
men
Meestal hebben de traditionele kerstprenten van de OHV niet zo heel
veel te maken met de tijd van het jaar waarin ze u worden
aangeboden: door de jaren heen hebben we vooral gezocht naar
afbeeldingen van topografisch of cultuurhistorisch belang. Ditmaal is de
prent echter bij uitstek toegesneden op het jaargetijde waarin ze u bereikt.
Uit de verzameling van het Rijper Museum kozen we een nieuwjaarswens
voor het jaar 1881.
Dergelijke drukwerkjes werden vooral in de 18de en 19dc eeuw huis aan
huis afgegeven door mensen die werkzaam waren in wat we tegenwoordig
zo mooi aanduiden met de kreet 'de openbare dienstverlening':
lantaarnopstekers, nachtwakers, vuilnismannen enzovoort.
Natuurlijk hoopten ze daarmee flink wat fooien op te halen, om zo het
karige tractement in de moeilijke wintermaanden wat aan te vullen. Louter
bezien als drukwerk vallen zulke nieuwjaarswensen in dezelfde categorie
als de kermisliederen, waarvan ik er enkele Chronyken geleden één aan u
voorstelde. Ze werden beschouwd als wegwerpgoed, gedrukt op het
allergoedkoopste papier. Vandaar ook dat er zoveel verloren zijn gegaan.
Net als bij het lied over de grote brand van Graft werd op deze
nieuwjaarswens gebruik gemaakt van een ouder prentje. Het is een
houtsnede die, te oordelen naar de ornamentiek in de rand, dateert van
omstreeks 1800.
Daaronder is in boekdruk een gedicht afgedrukt, dat zo algemeen is van
strekking, dat het elk jaar opnieuw hergebruikt zou kunnen worden. Het
heeft er alle schijn van dat het niet voor de gelegenheid is geschreven.
Vermoedelijk kon men zo'n gedicht kant en klaar uitkiezen bij de
boekverkoper annex drukker. Vervolgens liet men er zijn naam onder
drukken en klaar was de persoonlijke nieuwjaarswens.
Zo zal dus ook 'Ued. Dienaar, D. Bakker, Asch- en Vuilnis-Ophaalder'
te werk zijn gegaan. Prentje en tekst zocht hij uit in zijn eigen dorp, 'Bij
den Boekhandelaar F. Vogel, te Rijp.' Deze laatste zal waarschijnlijk ook
wel voor het drukken hebben zorggedragen. Helaas ben ik nog niet in de
gelegenheid geweest om na te zien of er over deze Vogel nog iets naders
te vinden is in ons archief, maar dat komt misschien nog wel eens.
Vooralsnog spreek ik de hoop uit dat u met plezier zult kijken naar dit
stukje Rijper cultuurgeschiedenis uit de vorige eeuw en wens ik u vast een
mooi oudheidkundig 1999 toe.
MarijnSchapelhouman
103