Uit het plakboek van meester Van Stralen
zelve mes, waar meede hij Willem Wigeringh de quetsuuren heeft
toegebragt, boven zijn hoofd hangende, door den scherpregter wel
strengelijk met roeden te werden gegeesselt, bannen voorts de gevangene
zijn leven lang gedurende uijt de lande van Holland en Westfriesland,
zonder ooijt daar weeder binnen te moogen komen, op poene (straf) van
swaarder straffe, en condemneeren eijndelijk den gevangene in de kosten
en misen (onkosten) van justitie met de gevolgen en aankleven van dien.
Aldus gesententieerd (gevonnist) op den 23 November 1779".
Op 24 maart 1 780 wordt het huis aan het begin van de Oostmijzerdijk
op last van Mr. Jan Govert de Meij, baljuw van de hoge vierschaar,
verkocht voor 160 gulden. In de transportakte wordt de boedel als volgt
beschreven: '"t huijs en erve agtergelaten door Gerrit Iepkes,
gecondemneerde en geexecuteerde (gevonniste)".
Fokke Bakker.
Bron: Rijksarchief Haarlem toegang 184 inv.nr.6102.
(Een roerige vergadering in Driehuizen van de
Vereeniging Wijkverpleging Z- en N-Schermer en Graft)
Uit: "De Drie Meren" van 4 maart 1933
Grootschermer. De Vereeniging Wijkverpleging, afd. Zuid- en Noord-
Schermer en Graft hield Maandag 27 Februari haar jaarlijksche
ledenvergadering ten huize van den heer Slooten te Driehuizen. Voor deze
bijeenkomst bestond een enorme belangstelling. Met eenige autobussen
werden tientallen leden aangevoerd, zoodat spoedig de zaal geheel was
bezet. Deze groote opkomst der leden was naar aanleiding van de
geruchten, die er gingen voornamelijk over het financieel beheer der
vereeniging.
Na een voorafgaande Bestuursvergadering opende Burgemeester De
Groot, Voorzitter der afdeeling, de bijeenkomst met een woord van
welkom en deelde verder mede, dat er betreurenswaardige dingen in het
Bestuur zijn voorgevallen en wenscht, alvorens verder te gaan, eerst Dr.
Koppen het woord te geven, die een resumé geeft van hetgeen er in de
laatste maanden is geschied.
Spreker begon met te zeggen, dat eenige Bestuursleden ter oore was
gekomen, dat de kas van den Penningmeester, den heer J.Kuijn, geen
daglicht kon verdragen en op onderzoek uitgaande, verklaarde de heer
84