De Damtoren.
Dag lezer, in de periode voorafgaand aan de verkiezingen voor de
gemeenteraad van dit jaar stond in een krant een politieke cartoon
met een afbeelding van de Grote Dam. Het was een gefantaseerd
toekomstbeeld waarop de Nederlands Hervormde kerk een andere toren
had gekregen. De Damtoren had een gotiese beëindiging en de tekst
onder de tekening luidde: 'en wanneer bouwen ze die toren nou eens af?'
Zoals bekend, werd in 1661 wegens geldgebrek de bouw van de toren stop
gezet. Dit was tijdens de herbouw van de kerk na de grote brand van 1654.
Op het toen gereedgekomen gedeelte van de toren werd een eenvoudige
spits geplaatst. Zo kwam de toren tot stand die wij zo goed kennen. De
tekst onder genoemde tekening dringt aan op hervatting van de bouw die
in 1661 werd gestaakt.
De tekst wekt diverse vragen. In de eerste plaats de vraag naar de
mogelijkheid. Is het technisch en is het financieel mogelijk? In de tweede
plaats: willen de Rijpers het wel en hoe staat Monumentenzorg er
tegenover? En in de derde plaats: hoe moet de toren afgebouwd worden?
Als we nu eens van de veronderstelling uitgaan dat de voltooiing van de
toren mogelijk is en gewenst wordt, dan blijft nog de laatste vraag: hoe
doen we dat? In 'De kerken van De Rijp' uit 1985 wordt over de toren
gezegd hoe men in 1661 bezig was met het 'herstel in de oorspronkelijke
vorm'. Dat wil zeggen: de vorm die de toren had voor de brand van 1654.
In hetzelfde boekwerkje vinden we een reproduktie van een gravure uit
de 'Kleyne Chronyke' van Leeghwater, waarop een voorstelling van de
Grote Kerk te zien is. Als we de
toren van deze kerk als
voorbeeld nemen voor de bouw
in 1661, dan komen we daar
slecht mee uit de voeten. Op
een schema bij dit artikel wordt
duidelijk gemaakt waarom.
Namelijk: toren A is van de
gravure uit de 'Kleyne
Chronyke' afgeleid en toren B is
de Damtoren van 1661. Het
gedeelte onder het 'vierkant' bij
B is anders dan bij A tot
dezelfde hoogte. Daaruit kun je
concluderen dat de toren op de
39