Een groot monument
Het kleinste huisje van Schermerhorn
De afgelopen vijftig jaar is er veel veranderd in Nederland en dus ook in
Schermerhorn. De bedrijvigheid nam toe en de bevolking groeide. Er
kwamen meer en grotere huizen. Veel oude huizen zijn gesloopt en
vervangen door nieuwe. Toen in 1988 het huisje van opa Konijn aan het
Zuidje dreigde te verdwijnen, vroeg de Dorpsraad van Schermerhorn zich
af of dit 'monumentje' behouden kon worden.
De oudst bekende bewoners: Tuijnman en Jonk
In 1832 gaf het kadaster aan dat aan het Zuideinde een weide was
gelegen, in het bezit van het dorp. In 1848 wordt melding gemaakt van een
huis. Niet bekend is wie er woonde, wie het kocht of wie het verkocht. In
1862 wordt het spoor duidelijker. Het huisje werd dat jaar bewoond door
het gezin van Klaas Tuijnman en Geertruida Voorn. Zij waren in 1838
getrouwd in Schermerhorn en kregen zes kinderen: Marijtje (1839), Anna
(1840), Antje (1843), Trijntje (1846), Grietje (1850) en Jansje (1851). In de
zomer van 1862 overleden Klaas en Geertruida kort na elkaar. De kinderen
bleven in het huisje wonen.
Antie Tuijnman trouwde in 1871 met Hendrik lonk (geboren 1846 te
Edam). Zij gingen in het huisje wonen. In 1873 verhuisden ze naar de
Beemster, maar in 1878 keerden ze terug naar het Zuideinde in
Schermerhorn. Ze kregen vijf kinderen: Klaas (1873), Jan (1874), Hendrik
(1875), Cornelis (1879) en Wilhelmus (1881). Antje en Hendrik zijn de
voorouders van alle 'Jonken' in Schermerhorn, en dus ook van de
beeldhouwer Nic Jonk.
In maart 1922 gaf de gemeente de grond in erfpacht voor een periode
van 50 jaar voor één gulden per jaar. In juli 1922 overleed Hendrik lonk.
Op 22 februari 1924 werd het huis publiekelijk verkocht. Dit gebeurde
op verzoek van Klaas Jonk als lasthebber van zijn moeder Antje. De acte
omschreef het perceel als een huis met het recht van erfpacht op de grond,
waarvan de eigendom behoort aan de gemeente Schermerhorn.
Het perceel werd gekocht door de heer Cornelis Konijn,
boerenarbeider, wonende te Mijzen, gemeente Schermerhorn, voor de
som van 705 gulden.
De laatste bewoners
De laatste bewoners van het huisje waren Cornelis ('opa)' Konijn
(1 899), zijn vrouw Adriana Vreeker 1 897) en hun kinderen Immetje 1925)
53