West-Graftdijk, pentekening van K. Appel (Bezit Rijper Museum) is dat hij zijn vrouw verlaten heeft."7' Wie meent dat hij daar verkeerd aan gedaan heeft, zal toch in elk geval erkennen dat de man wel redenen had, haar gezelschap niet langer op prijs te stellen. Vanaf de tijd dat de affaire-Grasmeer speelt hebben we dus aparte kerken in Oost- en Westgraftdijk. Dat betekent dat er nu ook twee kerkenraden zijn, die notulen bijhouden, zodat vanaf dat moment in Graftdijk geschiedbronnen ontstaan. Jammer genoeg is er geen notulenboek van Westgraftdijk bewaard gebleven. Wel zijn er voor beide gemeenten doopboeken. Die doen blijken dat er tot het einde van de zeventiende eeuw in Oostgraftdijk gemiddeld per jaar veertien kinderen gedoopt werden, en in Westgraftdijk vijftien. Als we dan even terugdenken aan dat geboortecijfer van 35 op duizend inwoners, dan kunnen we uitrekenen dat de gemeente van Oostgraftdijk ongeveer 400 zielen sterk geweest moet zijn, en die van Westgraftdijk met plus minus 425 zielen net een kleinigheid groter. Naar de omvang dus twee bloeiende gemeenten. Voor de interne toestand weten we alleen iets over Oostgraftdijk, want die kerk heeft een zeventiende-eeuws notulenboek nagelaten. Dergelijke boeken doen meestal vooral verslag van het toezicht op de gemeenteleden, de kerkelijke tucht. Zo is het ook in Oostgraftdijk, en dat lijkt een vrij normale plaats geweest te zijn. Er gebeuren geen schokkende dingen, iets als de zaak-Grasmeer zal zich verder in deze plaats niet meer afspelen. Als lidmaten zich misdragen, is het in de gewone dagelijks voorkomende zonden. Ze zijn wel eens dronken, ze maken wel eens ruzie met elkaar, en 49

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1998 | | pagina 17