Kostelijkheden
Al sinds het tweede nummer van de "Chronyke", in 1984, plaatsen we
regelmatig gedichtjes van Janny Kostelijk-Bom, die in de jaren 1946-
1948 in de Rijper Courant verschenen.
Op 12 januari 1946 verscheen het eerste gedichtje van haar hand in het
blad dat De Rijp en omgeving wekelijks van het plaatselijke nieuws voorzag.
De Rijper Courant mocht toen, als gevolg van een grotere papiertoewijzing
(alles was nog "op de bon", als nasleep van de oorlog) op groter formaat
verschijnen. Dat gaf de uitgever, G.J.Hoogcarspel, gelegenheid plaatsruimte
te besteden aan de gedichtjes van mevrouw Kostelijk. Als eerste plaatste hij
onderstaand gedicht, gewijd aan De Rijp, wat Janny had gedeclameerd op de
feestavond van de buurtvereniging Oosteinde op 3 november 1945 en waar
zij het echtpaar Hoogcarspel, als lid van de buurtvereniging waar zij zelf ook
deel van uitmaakte, onder haar gehoor had
Cor Booy
DE RIJP
Daar ligt het mooie dorp De Rijp
geschilderd tegen blauwe luchten.
Door kleur en lijn, wat leed w'ook duchten,
Een eigen schoonheid, voor elk hart te grijp.
En boven haar een grootse stoet
Van wolken en beneeën de stromen
Die van haar gaan en tot haar komen,
Weerspiegelend haar stille voet.
En als heur hart, de grote kerk,
Bewaren voor dit roemloos heden,
d'Herinnering aan een rijk verleden,
Aan stoere mannen, strijd en werk.
Hoe lieflijk uit haar kleurenbron
Dat rood en groen en geel gewemel.
Haar blijheid heeft het van de hemel;
Haar schoonheid heeft het van de zon!
Herfst 1944 J. Kostelijk-Bom.
10