is gemaakt.
rnder water
'ke mensen
tiemand sal
te komen of
Veel minder
neemen of
e dader zal,
e landelijke
/el met een
:ld hebben,
ge plaatsen
indsdijk die
derhouden,
mmitteerde
;lpen. Door
aar ook het
rbeterd. De
'eel last van
recht voor
roeld. Toch
jllen kijken
>en moeten
tn dijkgraaf
tlsook baas
zijn te laag
an de peil
Het door de inbraak ontstane wiel is er nog steeds. In het zuidwesten van de
polder, kan men nog zien dat het wiel binnengedijkt is, de dijk is om het wiel
aangelegd.
Verder wordt er over nagedacht wat voor middelen ingezet moeten
worden voor de droogmaking, buiten de watermolens om. Het blijkt dat de
heren dijkgraaf en heemraden aan ene van Daalen geschreven hebben, van
wie in de courant gestaan heeft dat hij ondergelopen polders snel droog kan
malen. Het bestuur heeft bericht terug gehad dat het voor de
Noordeindermeer 9000 guldens zal kosten. Ook werd gezegd dat de
droogmaking door middel van vuur kon geschieden, doch als dat al
mogelijk was, de brandstoffen alleen al 50 gulden per morgen zouden
kosten. Besloten wordt aan de kleine molen een scheprad te maken, zodat
de beide molens gelijk kunnen uitmalen. Voor de noodzakelijke kosten
wordt omgeslagen 10 gulden per morgen en wordt er 2000 gulden geleend.
In de vergadering van mei 1718 blijkt dat een smeekschrift aan de staat
gestuurd is waarin gevraagd wordt vrijgesteld te worden van het betalen van
alle verpondingen voor 30 jaren.
De gewone keuren tegen het aanleggen van de vaartuigen zijn vernieuwd
15