Als getuigen zijn Jan Jacobz. Heerties, oud schepen en Reijn Kornelisz.
aanwezig.
De landerijen werden verhuurd, er liep vee op en huizen werden
gebouwd. Toch was het niet rendabel. Coenders van Helpen was misleid
door commis Jan van den Broeck. Die had gezegd dat met kleine kosten het
meer droog te maken was, maar de bedijking kostte 100.000 gulden meer
dan verwacht was. De polder was wel droog, maar de dijken waren slecht en
Coenders van Helpen had veel schulden. Zo zijn er getuigen die bevestigen
dat hij op 26 september 1645, 56 personen uitbetaalt, op het raadhuis van
Zuidschermer (Grootschermer). Je leest regelmatig over schuldeisers die
grote bedragen van hem te goed hadden (tot 10.000).
Om de inpoldering meer winstgevend te maken vraagt en krijgt hij in
1651 opnieuw het octrooi. Dat geeft voordeel. Vrijheid op impost, kleine
bieren, wijnen enz. Tijdens de bedijking is er vrijdom van penningen voor 15
jaren. Van Helpen mag daarna de gronden voor zichzelf en zijn
nakomelingen houden.
5 April 1651 is er een kavelcontract. De 35 kavels worden in 5 delen van
7 kavels bij blinde loting verloot aan 5 mensen, leder moet gedogen dat in
zijn land wegen en wegsloten zullen worden gemaakt. Iedere kavel is
ongeveer 5 morgen groot en de 5 delen krijgen de letters A, B, C, D en E. Een
overgebleven partij land heet het restant.
In 1654 wordt er voor notaris S. Bosch een door landmeter Claes Valterer
Stierip gemaakte lijst van de kavelgrootte vastgelegd. Totaal aan nieuwe
grond is er 125901 roeden, oud land met de weg erbij is 18548 roeden.
In hontsbossche maat is de nieuwe grond 157 morgen 301 roeden. Het
oude land 23 morgen 148 roeden. Het oude land ligt in het n.w. en is
herkenbaar aan een andere verkavelingsstruktuur. Op de kavelkaart (zie
afb. 1) zijn de maten in rijnlandse morgens en roeden.
Vanaf maart 1656 verkoopt Coenders van Helpen huizen van huurders
om op 14 augustus 1656 alle kavels land te verkopen. Makelaar Jeronimus
de la Croix leidt de openbare verkoop in Amsterdam. Van Helpen raakt niet
alles kwijt en blijft nog met 13 percelen zitten. Andere eigenaren worden,
Abraham Lorijn, Hendrick Weveringh, Roeloff Reijersz., Cornelis Gerritsz.
Engh (dijkgraaf), Gerbrant Warnaersz, Samuel le Bruijn en Gerardt Stijlsz.
De Sapmeer, ook in het bezit van Van Helpen, wordt in 1660 aan Van
den Nieuweburgh verkocht. Ook daar zijn problemen. De nieuwe eigenaar
wil geen molengeld betalen 1300) en ook de afwatering, d.m.v. een pomp
gaat moeilijk.
13