Een eigen school heeft pastoor Vromestevn niet van de grond zien komen, maar hij zorgde wel voor aanzetten in die richting. Met het kerkbestuur sprak hij af dat de baten van bepaalde fundaties zoveel mogelijk zouden worden gestort in een daartoe op te richten schoolfonds. Soms werd dat door de stichters zelf al bepaald. Zo bijvoorbeeld door de welgestelde weduwe G. Schouten-Vankmann. die in 1895 een beduidend bedrag aan de kerk ver maakte. Pastoor Vromestevn werd in 1900 overgeplaatst naar Westwoud, waar hij in 1903 overleed en een legaat voor het schoolfonds in zijn vroegere parochie naliet. Ook zijn opvolger, pastoor Theys (1900-1908), bedacht het fonds in zijn laatste wil. De nieuwe pastoor. Th. Jansen (1908-1916), maakte ernst met de plannen. In het notulenboek lezen we: "23 october 1912. Door den pastoor werd mededeling gedaan dat hij de tijd gekomen achtte, dat het zoozeer wensche- lijke bijzonder onderwijs voor onze parochie niet langer tot de onmogelijkhe den behoefde gerekend te worden. Een begroting door hem opgemaakt overtuigde hem daarvan en deze begroting in een vertrouwelijk gesprek aan den Vicaris-Generaal voorgelegd, mocht niet alleen zijn goedkeuring weg dragen, maar bracht hem tot de mening dat als de toestand zoo was, het bestuur niet alleen bouwen kon. maar bouwen moest". De eindjes aan elkaar Aan de Haarlemse architect Arnold Bruning werd opgedragen bestek en tekeningen te maken voor een school met drie lokalen op een terrein aan de Rietbuurt. kadastraal Sectie B no 347. Aan de westkant van de school was een onderwijzerswoning geprojecteerd; aan de andere zijde moest de speel plaats komen. Bruning vond het jammer dat die zo klein werd; als de huidenzouterij ("Wolbaai") aangekocht zou kunnen worden, zou dit tezamen een mooi geheel vormen. Het zou anders lopen De geplande onderwijzerswoning was een dure aangelegenheid. In de Kerkesteeg (nu Kerkstraat 17) stond de woning van bakker Venver te koop. Dat was een goedkopere oplossing, terwijl tevens wat terrein overbleef voor speelruimte. Bij de aanbesteding op 9 april 1913 kwam de aannemer Elbert Boots uit Beverwijk met een bedrag van 13.100 als laagste uit de bus. Op 18 juni legde pastoor Jansen de eerste steen en op 15 december van hetzelfde jaar kon de school worden geopend. 111

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1997 | | pagina 9