Kuieren naar nuurvrouw
Deckwitz' leverworst
Ome Hannes is in de familie zowel als in het uitgaansleven van De Wonde
een soort legendarische figuur geworden. Hij paste namelijk wel op dat hij
niet "loof' werd van het rondgaan met bestellingen in zijn etablissement
Als een klant wat al te gauw naar zijn zin een nieuwe bestelling
opgaf, keek hij hem bestraffend aan en zei in onvervalst Wonder
dialect: "Je hew pas 'had
In de "Chronyke" van juni jl stond een aardig verhaal over Klaasje
Blaauw. Ik ben met mijn grootvader Cees Dekker meermalen bij Klaasje
op bezoek geweest. Dat kwam zo:
Grootvader had jaren op Noordeinde van Graft gewoond en Klaasje was
zowat de buurvrouw van grootvader en grootmoeder Ze hadden veel
kinderen. Wanneer grootmoeder ziek was, hielp Klaasje haar Daardoor heb
ik nooit anders dan goeds van haar gehoord.
In 1904 verhuisden mijn grootouders Dekker naar De Rijp, op de Venbuurt
naast bakker Van Diepen Later woonde er bakker Abels Daar hadden ze
ook zulke leuke buren aan, maar ze verhuisden weer later toch naar
Zuideinde 342. Doordat ik op 2-jarige leeftijd mijn moeder had verloren,
kwam ik met mijn vader bij mijn grootouders in. Als meisje van 4 of 5 jaar
ging ik dan met opa wel eens "kuierend" op bezoek bij de oude buurvrouw
Klaasje. Dat kwam ook doordat Klaasje's zoon Klaas was geëmigreerd naar
Californië en grootvader's zoon Jan ook.
Wanneer er dan weer eens een brief was gekomen uit Califonie, werden de
nieuwtjes eruit verteld aan buurvrouw Klaasje.
Zij had een grote notenboom achter haar huis. Als het notentijd was. ging ik
ze wel eens zoeken. Toen waren noten nog een bijzondere tractatic. Nu koop
je ze gepeld, te kust en te keur. Klaasje had ook nog een dochter, Sientjc, die
later ging trouwen met meester Klinkenberg. Ze was zijn tweede vrouw. Ze
hadden ook kinderen. Samen met de kinderen uit zijn eerste huwelijk waren
het er 21, meen ik. En Klaasje was, als ze nu nog had geleefd, een moderne
"bommoeder". Niets dan lof voor de oude buurvrouw van mijn grootouders1
In de "Chronyke nummer 4" een leuk verhaal over de "Deckwitzcn", slagers
-CB.
134