De Posterijen in De Rijp
De Franse tijd
Het oudste postvervoer naar en uit De Rijp werd ongetwijfeld verzorgd
door (beurt)schippers aan wie men zijn correspondentie veilig kon toever
trouwen. Toen in 1811 de Posterijen naar Frans model werden georgani
seerd. verboden de Fransen dit postvervoer door schippers, wagendiensten
en particulieren.
Zi j toonden geen enkel begrip voor de in de loop der jaren ontwikkelde lokale
transportsystemen
Ze kwamen met het plan om de postverbindingen op het platteland te laten
verzorgen door lopende boden, 'piétons'. Cornelis Boonacker, Maire van De
Rijp. had er wel oren naar. In samenwerking met de Maire van Graft stelde
hij Louwris Doets aan om dagelijks naar Schermerhom te lopen waar de
postiljons van de steden Hoorn en Alkmaar elkaar ontmoetten.
Louwris Doets. in 1811 25 jaar oud, werd daarmee de eerste postbode in de
Rijper postgeschiedenis, al werd hij er financieel niet veel wijzer van. Voor
het overbrengen van de ambtelijke correspondentie van De Rijp ontving hij
niets, voor die van Graft een jaarlijks bedrag van 12 gulden en voor de
particuliere brieven die hij wegbracht of bezorgde mocht hij enkele stuivers
vragen:
-2 stuivers voor brieven uit/naar De Rijp,
-3 stuivers voor brieven uit/naar Graft,
-4 stuivers voor brieven uit/naar Noordeinde,
-6 stuivers voor brieven uit/naar Oost/West-Graftdijk.
Dat lijken flinke bedragen, maar particuliere brieven bleken er nauwelijks
verstuurd te worden. Om Doets tegemoet te komen, werd hem een baan als
gemeente-veldwachter in het vooruitzicht gesteld als hij zijn werk naar
behoren deed. Hij nam het loopwerk op die voorwaarde aan en deed dat zo
plichtsgetrouw dat hij zich spoedig ook veldwachter mocht noemen.
In december 1812 kwam de onderprefect met nieuwe plannen om het
berichtenverkeer met de plattelandsgemeenten te stroomlijnen. Voor Graft en
De Rijp betekenden die plannen een teruggang, in plaats van dagelijks zou er
nog slechts drie maal per week post verzonden kunnen worden, en dan ook
nog tegen voorwaarden die financieel een stuk onaantrekkelijker waren.
De Maires klommen in de pen, maar kregen nul op het rekest.
127