Namelijk of hij door een der bestuursleden moet worden gehaald. Besloten wordt aan geen van hen een vaste opdracht te geven, aangezien de heer Hazeloop niet heeft bericht of hij met de tram komt terwijl evenmin bekend is op welk tijdstip hij komt Hoe dat is afgelopen en waarover de lezing handelde vermeldt het notulenboek ook niet. Wel werd in deze vergadering uitvoerig van gedachten gewisseld over bestuurskandidaten. indien de heer Kreijger zich in de janauari-vergadering niet meer herkiesbaar zou stellen. De voorkeur van het bestuur ging uit naar de heer Frederik Eijk te Graft. hoewel enkele leden hem wat te jong vonden en liever de heer C. Woestenburg, ook te Graft, zouden zien aanbevolen. De voorzitter gaf toe dat ook deze "een vrij goed ontwikkeld man is", maar zag in de jeugd van de heer Eijk geen bezwaar; "eerder een voordeel omdat hij daardoor in staat is de vereniging de meeste diensten te bewijzen". Belangrijk punt van bespreking was voorts het schieten van houtduiven. Na uitvoerige discussie werd besloten aan de algemene vergadering voor te stellen een jager met het schieten van de duiven te belasten en hem 50 cent per geschoten duif uit te keren. Echter met dien verstande dat de gemaakte kosten niet ten laste van de algemene kas zouden komen, maar van degene op wiens erf de duif wordt geschoten. Wel verklaarde het bestuur zich bereid een kleine gratificatie aan de jager toe te kennen bij wijze van aanmoediging, indien een zeker aantal, bijvoorbeeld 25, duiven wordt geschoten. In de volgende bestuursvergadering. 3 januari 1904, werd voorgesteld aan de ledenvergadering een hoeveelheid broccoh-zaad uit te reiken voor een teeltproef. Besloten werd een ons aan te schaffen. De heer P. Brouwer te Oost-Graftdijk had de voorzitter gevraagd of schipper Visser in de drukke tijd zou kunnen opstomen naar Oosterbuurt in plaats van de tuinbouwpro- dukten van Oostgraftdijker tuinders te Spijkerboor in te laden. Besloten werd het met de schipper te bespreken. Met de schipper zou ook worden besproken of het transport van de produkten van de boot naar de markt te Amsterdam door de makelaar in rekening werd gebracht ten koste van de opbrengst voor de tuinders. Afspraak was dat schipper Visser de goederen aan de markt zou afleveren. De bestuursvergadering besteedde voorts aandacht aan de vraag van de heer Kreijger, gedaan in de vorige algemene vergadering, of in De Rijp een proeftuin of proefvelden zouden kunnen worden aangelegd. Gebleken was dat een dergelijke aanleg aanmerkelijke kosten met zich zou brengen en omdat het bestuur meende dat een en ander niet in het directe belang van de 125

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1997 | | pagina 23