r
rV
1
BötüM
mi ;ipi
HUV
%ȣ,99
'.v
rXéÊ
bVL Q>*
xtuyai
ffst'ia
l«l»IIJ!5
MBtti
üRllL
ir^ir
fcjufckt
;r
.flati.
*««■- fl
i£.< -*
E 1L*.*
tt 'M
as^-^'v
;Si Mj»
2111
r^«
f s
r
F
tié
*+:x
cmm
m m
WM
R»2S*3
h>;^' '1
en dat past nu weer min of meer in het beleid wat "Monumentenzorg"
momenteel voert: een gebrandschilderd glas moet zijn eigen geschiedenis
vertellen.
Dat Nicolas het ook de adviseur, de heer Cuypers, wel eens te gortig maakte
blijkt uit een fragment van diens verslaglegging over de behandeling van het
Amsterdamse raam, in de zuider tran
sept van de kerk Hij maakt daarin
melding van het feit dat bovenin het
raam een menselijke figuur was geschil
derd "ten halven lijve, met rooden man
tel en wit onderkleed, welke levendig
herinnert aan eene heiligen figuur".
Cuypers vond dat deze figuur nergens
op sloeg en diende te worden vervangen
door iets wat meer in overeenstemming
was met de draperie die eveneens bo
venin het raam was geschilderd. Aldus
geschiedde.
Daarentegen was Cuypers vol lof over
de wijze waarop Nicolas het Amster
damse wapen met de keizerskroon en de
leeuwen had gereconstrueerd. En inder
daad: die mogen ook heden ten dage
onze bewondering wegdragen.
Vervanging van gebroken ruitjes is door
Nicolas op uiteenlopende wijze verricht:
soms werd oud blank glas van kassen
ervoor in de plaats gezet; een andere
keer oud glas wat uit een te restaureren
raam was genomen en soms gebruikte
men zulk glas zelfs nadat eerst de erop
aangebrachte oorspronkelijke voorstel
ling was afgeetst: praktijken die bij Mo
numentenzorg tegenwoordig onder het
hoofdstuk "doodzonden" worden ge
rangschikt. Maar ja, zonder FranQois
Nicolas en zijn waarschijnlijk toch
Si
■Hl'
jj
5*1.
X k
ïi
I!#
r-iW;
4" CJK
Spf; T.*0
Ffr't ~Tï
-«.'i
Raam geschonken door
Amsterdam in 1655.
(foto Piet Ott)
117