Lamboo en drs. Christiane Coebergh-
Surie, die van hun bevindingen uitvoe
rig rapport hebben uitgebracht. Dat
rapport is onder meer ter hand gesteld
aan de kerkvoogdij van de Nederlands
hervormde gemeente.
Gelet op het feit dat in Nederland
verhoudingsgewijs veel minder dan in
andere Europese landen bewaard is
gebleven van de resultaten van glas
schilderkunst, was het een unicum dat
tegelijkertijd in Schermerhorn en De
Rijp alle 35 gebrandschilderde ramen
aan het technisch en historisch onder
zoek konden worden onderworpen.
Daarbij is uiteraard mede inbegrepen
het onderzoek van de bronnen die bij
zonderheden over de ramen vermelden.
Een belangrijke bron voor wat de 23
Rijper Glazen betreft, is daarbij geble
ken het geschrift wat veearts Jakob
Blaauw in de tweede helft van de vorige eeuw heeft opgesteld naar
aanleiding van zijn bevindingen met de toen nogal gehavende Rijper Glazen.
Aan de hand daarvan kon worden vastgesteld dat restauraties tussen 1877 en
1947 soms zeer ingrijpend zijn geweest, in die zin dat er ramen geheel of
gedeeltelijk zijn veranderd, qua voorstelling, compositie en ook de plaatsing
in het gebouw.
Het verval van voor 1877 laat zich gemakkelijk verklaren, door enerzijds een
verminderde belangstelling voor het ambacht van glasschilder (glazeniers
werden van lieverlee meer en meer gewone glaszetters) en anderzijds de
scheiding van kerk en staat, die ten tijde van Napoleon werd doorgevoerd
Voordien was het gebruikelijk dat plaatselijke overheden, zowel stadsbestu
ren als waterschapsbesturen, door een greep uit de kas een kerk ter plaatse
of in de regio een gebrandschilderd raam schonken. Veel meer kerken en
kerkjes in Noord-Holland dan die van Edam, De Rijp en Schermerhom
bezaten daardoor in het verleden gebrandschilderde ramen. In onze regio
waren dat bijvoorbeeld Graft, West-Graftdijk en Stompetoren.
115
Detail Mozes-raam
(foto: Piet Ott)