Over drie kuizen die aan de Tuingfrackt
kekken gfestaan
Inleiding.
Dit geïllustreerde verhaal gaat over drie huizen die aan de Tuingracht
stonden en die afgebroken zijn. De huizen waren eigendom van een
Deckwitz of er hadden Deckwitzen in gewoond.
In de 19e eeuw is er een Deckwitz uit Duitsland naar het Schermereiland
gekomen. Hij was afkomstig uit de Westfaalse stad Münster. Zijn naam
was Friedrich Ivann Deckwitz (hier ingeschreven als Friedrich Johann).
Diens vader. Franz Joseph Anton, had in Münster een vleesfabriek. Van
zijn acht kinderen nam de in 1842 geboren zoon Friedrich Johann de wijk
naar Holland. Hij kwam terecht in Schermerhorn en later in De Rijp. Hij
beoefende daar het slagersvak en was getrouwd met de Beemsterlinge
Grietje Water. Zij hadden een dochter en drie zoons. In 1874 overleed hij
op 31-jarige leeftijd.
Zijn zoon Antonius Johannes, die op 16 maart 1870 geboren was en met
de uit de Beemster afkomstige Suzanna Stevers (geboren in 1875)
trouwdebegon aan de Tuingracht in De Rijp een slagerswinkel. Hij was
mijn opa en naamgenoot. Jan Deckwitz.
De slagerij.
Opa had zijn slagerij op de plaats waar nu het huis Tuingracht 15 staat. Het
oude adres was Tuingracht 418. Hij woonde daar met zijn vrouw Suze
Stevers en ze hadden vijf kinderen. Dat waren de dochters Grietje en Truus.
Truus werd vanwege de kleur van haar haar Gouden Truus genoemd. En
dat waren de zoons Jan, Frits en Kees, achtereenvolgens gesierd met de
bijnamen De Pils, De Bisschop en Rooie Kees. De zoons werden door opa
wel opgeleid in het slagersvak, maar zij volgden hem niet op in de zaak.
Nadat de winkel m 1940 was gesloten ging ome Jan verder als veehandelaar
en boer, vader Frits werd veehandelaar en Kees slagersknecht, eerst in
Alkmaar en later in Amsterdam.
Omdat ik in 1939 ben geboren ken ik de slagerswinkel van opa en opoe
alleen maar in gesloten toestand. Zo'n twintig jaar lang bleef alles op zijn
plek staan en hangen. Je had er zo weer in kunnen beginnen als slager. Voor
ons kinderen was het een mooie speelplaats.
83