Het gfekei
eim van
In het Nederlands Dagblad verscheen op 4 september j. I.
het onderstaande artikel
De Grote Kerk van Schermerhorn heeft een geheim. Het is een klein
geheim weliswaar, maar toch - 't is een geheim. Het gaat slechts om
één woordje. Het staat op een verbodenbord uit de 17e eeuw dat nog
altijd in de kerk hangt. Gijben. Het staat er precies zoals het er staat.
Het is in de Grote Kerk van Schermerhorn verboden te gijben.
Heel veel kerken hebben na de reformatie een bord met de tien geboden in de
kerk opgehangen. De Oude Kerk van Schermerhom heeft er ook zo één.
Daarnaast heeft deze kerk nog een negen verboden-bord Op 9 maart 1659
werden die verboden opgesteld door Jan Oly, secretaris van de schout en
schepenen van het dorp Schermerhorn. Dat was nodig, want in die tijd werd
de kerk nog gebruikt voor veel meer activiteiten dan voor de eredienst alleen.
De mensen kwamen naar de kerk om er te wandelen, te spelen, graven te
bezoeken en om er te vergaderen. Met die activiteiten liep het 'wel eens wat
uit de hand. Vandaar dat bord met ordonnanties. Voor alle duidelijkheid liet
Jan Oly gelijk erbij schrijven, met welke boetes daden van 'onbeschaamd
heid, moedwil en dartelheden' bekeurd zouden worden.
Tot dergelijke daden werden gerekend: jagen, roepen, krijten, trommelen of
bommelen in de kerk, in het portaal of buiten de kerk, hetzij onder tijd of
dienst van predikatie, catechisatie (ervoor of erna), of enig geklop en
gerucht, bij de toren of daaromtrent onder 't lezen van de koster. Maximaal
twintig stuivers ten profijte van de officier - die de boete ook mocht halveren
- en de bevoegdheid tot het afnemen van het bovenkleed, stonden als straf
hierop.
Let wel: de ouders en voogden zijn voor de kinderen en omwonenden
alsmede de meesters voor hun jongens verantwoordelijk.
Een boete van nog twintig stuivers, elke keer te verbeuren, werd bepaald op
het overtreden van het verbod bruiden, bruidegoms, komende van trouwen
uit de kerk, met woorden, enig belet, hoon, spot of aanranding, met werpen
van onreinheit op of aan hun kleren al langs de straat aan te doen. Wie op
het dak van de kerk klimt zonder toestemming van de kerkmeester om
100