Het bord bij De Kom Niet alleen "De Kom" is verdwenen, door vergraving. toen de provinciale weg N 246 werd aangelegd tussen Kogerpolderpolder en West-Knollendam. Ook het grote houten bord wat langs de grintweg ter plaatse van "De Kom" stond, is bij die gelegenheid uit het landschap verwijderd. Als schooljongen heb ik menige keer proberen te doorgronden wat de betekenis was van de, voor mij destijds toch wel erg ingewikkelde tekst op dat bord. Midden boven prijkten de woorden "Tarief tot Tolheffing". Die tolheffing betrof de door vaart van het stukje kanaal, van "De Kom" tot aan het Noordhollands Kanaal. Ook bij de tuin van de brugwachter, aan het eind van het kleine kanaaltje, stond zo'n bord met tarieven. Ik herinner me dat voor de doorvaart van het kanaaltje een tarief in centen en halve centen moest worden betaald per ton scheepsinhoud, maar ook voor vlotten en dan per balk Dat laatste hield verband met de Zaanse houthandel en houtindustrie, ten gerieve waarvan (onder andere) in het midden van de vorige eeuw het Kogerpolder Kanaaltje was gegraven. Oorspronkelijk was er geen doorvaart aan de westkant van de Kogerpolder. De Markervaart, gegraven voordat in 1643 het Starnmeer polder was geworden, kwam uit in de "Wouder Kickersloot". Dat was een brede sloot die met een bocht uitmondde in de Deilings. het oostelijk deel van het huidige Alkmaardermeer. Boot gemist Toen in de jaren 1818-1823 het Groot Noordhollandsch Kanaal werd gegraven, was aan de Zaanse industriëlen gevraagd of ook zij van de nieuwe grote vaarweg gebruik wilden maken en of ze uiteraard wilden meedoen aan de financiering. De Zaankanters hielden echter letterlijk de boot af: ze voelden er niets voor dat langs de nieuwe vaarweg allerlei vreemde zeelui als het ware op hun (w)erven zouden kunnen komen. Het is een historisch feit dat met name de beter gesitueerden langs de Zaanoevers bedenkingen hadden met betrekking tot de eerbaarheid van hun dochters. Mogelijke vrijpartijen met vreemde snoeshanen zagen ze niet zo zitten. Toen echter het grote kanaal van Amsterdam naar Nieuwediep (Den Helder) m 1824 gereed was, bemerkten de Zaanse ondernemers dat ze met zozeer de boot hadden afgehouden, maar dat ze hem vooral hadden gemist. Amster dam profiteerde door heffing van haven- en doorvoergelden van de importen die voor de Zaanstreek waren bestemd. 94

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1997 | | pagina 16