Plattegrond van Tuinbuurt 398.
Behalve de voeting, de schoorsteen
en de pannen was het een geheel
houten pand. De schoorsteen had
in beide kamers een schouw.
De schouwen waren - volgens
buurman Jan Oldenburg - bekleed
met tegels waarop in Delftsblauw
bijbelse voorstellingen waren ge
schilderd.
Het is moeilijk te achterhalen in
welke tijd het huis werd gebouwd.
Zo te zien zal dat in de 18e eeuw
gebeurd kunnen zijn. Zoals uit een
tabel uit 1832 blijkt was het huisje
eigendom van de kleermaker Fre-
derik Sander. Van de mensen die het hebben bewoond is mij niets bekend.
In de loop van de jaren raakte het huis zo vervallen, dat het gevaar
opleverde wegens neervallende dakpannen bij de buren. Op aandringen van
de toenmalige eigenaar van het Doopsgezinde Weeshuis de heer Schmidt
werd het pandje eindjaren vijftig gesloopt.
Tuinbuurt 398.
Het laatste van de drie huizen had als adres Tuinbuurt 398. Het stond aan
het zijstraatje achter de Damkerk dat wel eens Bakkersgrachtje wordt
genoemd. Mijn ouders kwamen hier in 1936 te wonen met twee dochtertjes
Süze en Bets. In 1939 ben ik op deze plek geboren.
Het pand was samengesteld uit een klein langhuis met ernaast een aanbouw
met een lessenaarsdak, een zogeheten aanhuiving. Om het huis binnen te
komen gingen we door de achterdeur. De voor- en de zijdeur waren meestal
op slot. Via de keuken kwam je in de groengeschilderde woonkamer,
vandaar via portaal en gang in de voorkamer en naar boven.
90