Hiervoor wees Willem Pieterszoon in bijzijn van getuigen en ten overstaan
van de notaris de neven, nichten, achterneven en achternichten aan van
moeders zijde: de kinderen van oom Dirk Gerritzen en Marijtje Alberts en van
zijn tantes Weimet, Brecht en Neel Jaspers alsmede van zijn nicht Anna
Jansdochter Jaspers. Zo hij al Lakemannen in de familie mocht hebben
gehad, zijn die koud gebleven van ooms gunsten. Hetgeen niet wil zeggen dat
de erflater sociaal gevoel ontzegd moet worden: als er onder de begunstigden
iemand was die in een weeshuis was opgenomen, moest die door zijn 'fonds'
worden onderhouden, zonder overigens mee te delen in de jaarlijkse uitkering.
Die kreeg de wees pas als hij of zij niet meer door het weeshuis werd verzorgd
of onderhouden.
Ook in de mogelijkheid dat er op zeker moment helemaal geen gegadigden
voor de uitkering zouden komen opdagen had Willem Pieterszoon Lakeman
voorzien. In dat geval moesten de baten en revenuen uit de nalatenschap ten
goede komen aan 'de gemeene armen van De Rijp zolang tot er wederom
iemand van het geslacht mocht tevoorschijn komen of een gemachtigde
sturen, hoe ver in verwantschap ook' en dit 'altoos voort, van tijd tot tijd'.
Wel, aan die erfgenamen geen gebrek, zoals reeds opgemerkt. Er zitten er
echter ook nogal wat in het buitenland en dat maakt de uitkering er voor hen
bepaald niet rendabeler op.
Dat dit voor de traditioneel ingestelden niet hindert, moge blijken uit het feit
dat het een aantal jaren geleden nog is voorgekomen dat op de morgen van
tweede kerstdag, als de uitbetaling werd gedaan in 'Het Stadhuis van Amster
dam', het vermaarde etablissement in De Rijp tegenover het raadhuis aan de
Kleine Dam, er rechthebbenden voor per auto uit Den Haag kwamen. Meer
om het ritje en de traditie dan om de pegulanten, die intussen al waren
'versnoept' aan benzine en zo.
Het uiteindelijk tot nul gereduceerde aantal persoonlijke aanmeldingen op de
ochtend van de uitbetaling heeft er toe geleid dat, anno 1970, deze vorm van
'kersttijd houden' in De Rijp is afgeschaft.
Zelfs de enige ingezetene van 'Het Beste Dorp' die tot de rechthebbenden
behoorde, wijlen de heer Jan Kostelijk, was toen al overgestapt op het gebruik
van de girale mogelijkheden die sedertdien als enige weg is opengelaten om de
uiterste wil van Willem Pieterszoon Lakeman ten uitvoer te brengen.
Wat overigens de stand van zaken met zijn erfstelling betreft: het college van
schepenen is al sinds jaar en dag opgevolgd door de gemeenteraad. Vóór de
samenvoeging van De Rijp en Graft in 1970 vervulde de voltallige raad van
58