liodemvon dsten
Noordhollands shbaardewerk leidde tot voor kort nog voornamelijk een
ondergronds bestaan. Pas de laatste decennia zijn honderden voorbeelden
ervan bekend geworden, met name in de vorm van bodemvondsten. Veel
stukken zijn weliswaar fragmentarisch teruggevonden, maar hebben inmid
dels hun oorspronkelijk uiterlijk teruggekregen door vakkundig restauratiew
erk. Vooral op het voormalig Schermereiland is veel gevonden in Graft en
Noordeinde. De verspreiding van het aardewerk bleef overigens niet beperkt
tot genoemde regio.
Ook in veel andere plaatsen in West-Nederland en zelfs in de kustgebieden
van Noord-Frankrijk, Engeland en Ierland is dit karakteristieke slibaardewèrk
aangetroffen. Zekerheid over de productiecen- tra is er niet. Grote hoeveelhe
den misbaksels die daarover uitsluitsel zouden kunnen geven, zijn tot op
heden niet gevonden. Wel zijn er aanwijzingen dat deze keramiek onder meer
in Alkmaar is vervaardigd in een pottenbakkerij, die daar circa 65 jaar
continu in bedrijf moet zijn geweest.
Enkele decenna rond 1600 is soortgelijke waar ook geproduceerd in de
Streek, het gebied tussen Hoorn en Enkhuizen. Tot het vormenscala van het
Noord-Hollands shbaardewerk behoren voornamelijk schotelgoed, kommen
en vuurklokken. In mindere mate komen ook andere vormen voor, zoals
kannetjes, grapen en spaarpotten.
Slibversiering
Het aanbrengen van een witte slibversiering op roodbakkend aardewerk wordt
omstreeks 1400 in ons land voor het eerst als decoratietechniek gehanteerd.
Pottenbakkersafval van deze waar is o.a. bekend uit Aardenburg en Utrecht.
Wanneer voor het eerst in Noord-Holland shbaardewerk is vervaardigd, is
niet precies bekend. De vroegst gedateerde stukken zijn voorzien van
jaartallen uit de zeventiger jaren van de 16de eeuw. Vanaf circa 1580 is
Noordhollands shbaardewerk in grote hoeveelheden geproduceerd.
Hoewel slechts een fractie van de totale produktie is teruggevonden, is de
ontwikkeling goed te volgen dankzij het regelmatig voorkomen van jaartallen
op met name de 'Alkmaar'-groep. Vergelijkend onderzoek naar specifieke
detailkenmerken van de slibdecoraties heeft daarnaast het 'handschrift' van
diverse individueel te onderscheiden decorateurs aan het licht gebracht,
alsmede de periodes waarin zij werkzaam zijn geweest.
Omstreeks 1650 is de bloeiperiode van het Noordhollands shbaardewerk
77