Van vader op zoons
In 1951 stopte Theun van den Beidt als directeur van de Enkhuizer werf. Hij
keerde terug naar de werf in West-Graftdijk. Omdat deze toen echter al een
jaar of tien door Rieuwert werd geleid (Afb. 8), besloot Theun kort daarna om
zich als eigenaar terug te trekken. Op 19 september 1952 droeg hij de werf
over aan zijn beide zoons. Met bouwnummers was men toen aan 369 toe. Dan
volgen enkele jaren waarin Rieuwert en Teun de werf samen beheren. Het
aantal werknemers was in die tijd relatief gering, het schommelde tussen de
vijf en elf. Over de jaren 1953-1955 is, in een oranjebruin 'Loonschrift', nog
een lijst bewaard gebleven met werknemers en uitbetaalde lonen. Regelmatig
terugkerende namen zijn G.J. Blom (Gerrit), C. Bommer (Cor), W. Broek
huis (Willem; bij een val op de werf vanaf een op de helling staand schip
dodelijk verongelukt). Brouwer, J.P de Haan (Piet), W. de Haas (Willem,
alias Voogd). D. de Jongh (Dirk), M. de Jongh (Muus), J. Kluft, G. Molenaar
(Gerrit), D. Schoenmaker (Dirk), N.J. Smit (Klaas), Th. Sombroek Sr.,
Th. Sombroek Jr. (beiden Theodorus, roepnaam Dorus), A. Velthuis (Arie),
M.Velthuis (Maarten) en P Zandstra. In het lijstje werknemers ('arbeiders')
stond de naam van Cor Bommer doorgaans bovenaan. Hij was een van de
oudste en meest ervaren arbeiders, een soort voorman die alle werkzaamheden
in z'n vingers had en insprong waar anderen tegen problemen aanliepen.
Op een in 1962 gemaakte groepsfoto van het personeel treffen we, naast een
aantal hiervoor al genoemden, ook een zestal anderen aan. Hoewel eigenlijk
iedereen van alles aanpakte, hadden sommigen op de werf hun specialiteit
zoals de spantenbuigers Dirk de Jongh en Klaas Smit en de platenbuigers
Dirk Schoenmaker, Nico de Boer en Piet de Haan. Gerrit (Gerard) Blom was
de specialist in het uitdraaien uitkotterenvan schroefaskokers. Goede
lassers waren onder meer Arie Taam, Gerard Blom, Gerrit Molenaar,
Ans Strijbis, Cor Bommer en Nico de Boer.
Een naam die we hier ook niet mogen vergeten is die van schipper Visser uit
De Rijp. Vanaf 1921 tot 1966, het moment waarop Siem Visser met zijn
beurtvaartonderneming stopte, hebben zijn mensen met een van de
'Koophandels' materiaal aangevoerd. Het ging vooral om onbewerkte ijzeren
platen. Hiermee hebben vader en zoons Van den Beidt veel van hun schepen
gebouwd. Het ijzer kwam van Hoogovens en werd eerst (door een ander
bedrijf) per boot naar een 'verdeelcentrunT in Amsterdam gebracht.
39