Cor Booy
Een turfsteker kleef vanzelf
silhouet van de ophaalbrug met in de achtergrond een plee aan de waterkant.
Het mankeerde eenvoudig aan ter plaatse herkenbare panden of andere
bouwsels. Dat was toen voor de Rijksdienst voor de Monumentenzorg
aanleiding niet akkoord te gaan met de (duurdere) bouw van een ophaalbrug.
Er diende te worden volstaan met de herbouw, c.q. reconstructie van de op
dat moment in vervallen toestand verkerende draaibrug met bijbehorend
plankier. Als motief werd bovendien aangevoerd dat ook die brug van een
bijzondere constructie was, door zijn enige draai- en steunpunt onder water.
Omdat men bij Gemeentewerken ervan overtuigd was dat het (afgekeurde)
tekeningetje van Spaarman wel degelijk de vroegere Rolderspad-ophaalbrug
te zien gaf, heeft men nog getracht andere afbeeldingen ervan op te sporen.
Kennelijk heeft men niet diep genoeg gespit in het prentenbezit van het
Museum, anders zou de aquarel met het gecalligrafeerde onderschrift wel
tevoorschijn zijn gekomen. De Oudheidkundige Vereniging bestond nog niet,
dus het begrip "kerstprent" moest ook nog uitgevonden worden. Bovendien
was Graft-De Rijp op dat moment nog "Artikel 12-gemeente" en dus volledig
afhankelijk van het advies en de subsidie van Monumentenzorg en het
spreekrecht voor de burgerij in de gemeenteraad bestond ook nog niet.
"Tempora mutantur et nos mutamur in illis": de tijden veranderen en wij
veranderen met hen. Gelukkig maar!
Twee jaar geleden schonk de heer Wim Honig te West-Graftdijk zijn
turfsteker aan het museum in De Rijp. Zo'n turfsteker is een rechtstandig
graaije, met een rechte en scherpe onderkant, de snij kant van het stuk
gereedschap. Dat zo'n ding scherp is, is een gevolg van het gebruik.
"Dat komt door de zwavel in het veen", zegt Honig. "Je hoeft ze nooit aan te
scherpen, dat gaat vanzelf'. Hij kan het weten, want hij heeft zijn turfsteker
jarenlang gebruikt. In de jaren van de tweede wereldoorlog. Op diverse
plaatsen in de Eilandspolder. Hoewel het gebruik van turf als brandstof tot
dan toe ook heel gewoon was, was het uitvenen in deze omgeving toch niet
meer zo algemeen als bijvoorbeeld in de Drentse veenkoloniën. De turven die
we hier stookten werden vrijwel allemaal uit die gebieden, via het IJsselmeer,
17