2
2
1
1
92
tevens de touwslagerij die stamvader Willem via zijn huwelijk met Maartje
Heinis in bezit had gekregen. In 1829 breidde hij zijn bedrijf uit door de
lijnbaan van Klaas van Tiel over te nemen. In 1863 ging 'de Vrede' over op
diens zoon Louris (1815-1887), die als conservatief-liberaal wethouder werd
en lid was van de kerkeraad. Uiteindelijk kwam de touwslagerij in 1887 in
handen van diens zoon Pieter (geb. 1851), totdat de lijn in 1914 werd
afgebroken.
Momentopnamen in het bronnenmateriaal geven de achteruitgang van de
touwslagerij op het Schermereiland weer.4) Volgens de gemeenteopgave in
1819 waren er te Graft acht in bedrijf; zeven ervan leverden scheeps- en
ander zwaar touwwerk, één dun touwwerk. Zoals is meegedeeld lagen
daarvan zes op het Noordeinde. Tot de overige twee behoorde lijnbaan 'de
Poel', waarvan de bekende Rijper firma Boon het beheer had en die in 1901
werd gesloten. Dit aanzienlijke aantal was in 1843 tot vier geslonken,
waarvan er drie te Noordeinde lagen; zij waren eigendom van Cornelis van
Tiel, Adriaan Blaauw en Pieter Bruin/firma Bruin Co. Van die drie bleef
aan het einde van de negentiende eeuw de laatste over. Daar stond echter
tegenover dat met het wegvallen van de naaste concurrenten de
bedrijfsomvang van 'de Vrede' was uitgebreid tot drie lijnbanen - ieder voor
een andere dikte van touw - en tot 14 man personeel (zie tabellen).
Sluipenderwijs raakte echter ook dit vergrote bedrijf rond de eeuwisseling
zijn klandizie kwijt, wat werd weerspiegeld door het langzaam slinkende
aantal werklieden:
Touwslagerijen in 1843; Aantallen werklieden 'de Vrede
Aantallen werklieden
Fa Boon
Van Tiel
Bruin Co
Blaauw
aantal volw.
mannen
15
9
6
5
aantal
jongens
4
3
3
3
Jaar
1896
1901
1906
1911
aantal volw.
mannen
12
10
9
8
aantal
jongens
De vervanging van zeilschepen door stoomschepen en het machinaal
fabriceren van staaldraad luidden ook voor 'de Vrede' het einde in. Hier
bleef men zich, traditiegetrouw of uit onvermogen, op het ambachtelijke
richten, waarbij een paard in een tredmolen de enige niet-menselijke
energiebron was. De fabricage was er daarom zeer arbeidsintensief: een
kabel van 500 kg vergde zo'n 650 manuren werk.51 Het gebruik van een