113 verordeningen aan die betrekking hebben op het houden van honden en de risico 's die daaraan voor anderen, mensen zowel als dieren, verbonden waren. Treffend is de tekst van zo'n verordening uit het begin van de 18e eeuw, die werd gepubliceerd onder de titel "Keure tegen het houden en losgaan van honden in De Rijp". Die tekst spreekt voor zichzelf: "Schout, schepenen en vroedschap tot Rijp in achtinge genome hebbende: dat enige mensen haar niet en ontzien te houden en in het dorp te hebben laten loslopen zodanige honden die mensen en vee komen te beschadigen, gelijk meermalen is gebeurd, dat mensen en vee daarvan gebeten zijn, zodat de goede luiden de gemene straten, veel min de ingangen van zodanige huizen die daar gehouden werden, niet zonder gevaar en vreeze kunnen passeren, t'welk zo niet en behoort. Hebben daaromme tot voorkominge van dien gekeurd en geordineerd, dat diegene die genegen zijn hond of honden te houden en in het dorp los te laten lopen, dezelve hond of honden ieder jaar in de Meimaand door de dorpswaker zal laten halen door de ring, bij Schout en Schepenen daartoe gesteld, even benoorden de kerk waar de dorpswaker in dezelve maand zal vaceren alle woensdagen van 12 tot 1 uur en zal dezelve goede aantekening houden wat honden bij hem door de ring zijn gehaald, daarvoor zal hij genieten één stuiver, t'welk de eigenaar van de hond aanstonds na het door de ring halen zal betalen, en wie daarvan in gebreke komt te blijven, zal telkens als de eigenaar daarover bekeurd wordt, verbeuren 6 stuivers, tot welke bekeuring dezelve dorpswaker werd geautoriseerd bij iedere dag na het uitgaan van de Meimaand eens te mogen doen en zo de eigenaar weigerig is de boete te betalen, neemt de Schout aan, die aan de dorpswaker te voldoen en werd de Schout in dat geval geautoriseerd om voor ieder 6 stuivers uitschot 42 Kennemer Schellingen weder van den eigenaar der hond of honden te vorderen met de kosten bij hem daarom te doen." De dorpswaker was uiteraard in het beheer gesteld van de ring om de grootte van de honden te kunnen meten. Die ring was ook bij verordening ingevoerd: "Resolutie op den 6 April 1708 bij Schout en Schepenen en Vroedschappen tot Rijp: dat er een ring gemaakt zal worden even groot als die van de Stammeer en welken hond door dezelve ring niet kan gehaald worden, zal zodanige hond of honden moeten vasthouden, of op zijn eigen besloten erf, op de boete van 42 Kennemer Schellingen". (overgenomen uit "De Speelwagen", in de jaren '40 en '50 maandblad gewijd aan geschiedenis en folklore in Noord-Holland boven het IJ).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1996 | | pagina 27