102
de toevoer van water zeer ruim is, ook bij zeer krachtige wind als de vijzel,
van 1,47 m doorsnee, overvloedig water verzet.
Het rapport was bedoeld om de capaciteit aan te geven van de aan te leggen
machinale bemaling van de kleine polder (ca 50 ha).
Hoewel de molen dus de bemaling zeer wel aan kon, verkeerde hij "in
slechte toestand", aldus het rapport. Gedurende de jaren 1912-'22 had het
onderhoud jaarlijks gemiddeld 801,17 gekost. Op het moment van
rapportage stond het polderbestuur voor reparaties aan de vang-inrichting,
vijzel, vijzelbak en schoeiVngen waarvan de kosten werden begroot op
1600 tot 1800. Tijd dus om te bezien hoe het anders kon.
Aangezien de polder nagenoeg geen kwel ondervond hoefde alleen rekening
te worden gehouden met de jaarlijkse regenval, die op 400 mm werd
geschat. Berekend werd dat als over de hele polder een schijf van 10 mm
water zou moeten worden verwijderd, per etmaal 5000 kubieke meter water
uitgeslagen zou moeten worden. Bij 16 uur werken per etmaal zou dat een
capaciteit vergen van 5,2 kubieke meter per minuut.
Gezien de geschatte jaarlijkse regenval zou per jaar 200.000 kubieke meter
water moeten worden uitgeslagen, wat circa 515 werkuren zou vergen bij de
gestelde bemalingscapaciteit.
Geadviseerd werd een dieselgemaal met centrifugaalpomp te doen plaatsen,
in een gebouwtje achter de molen, die als woning voor de machinist
behouden zou kunnen worden. De kosten van een dergelijk gemaaltje
werden geraamd op 7800, bouwkosten inbegrepen. Berekend werd dat
aan brandstof- en smeerolie plus nog wat kleine kosten jaarlijks 280 nodig
zou zijn en aan rente en afschrijving 480, zodat de jaarlijkse kosten
beneden de jaarlijkse onderhoudskosten van de molen zouden blijven.
Via de hoofdingenieur-directeur van de Provinciale Waterstaat werd ook
informatie verkregen van het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf Noord-Holland
(PEN), over de mogelijkheid van elektrische bemaling. Van de zijde van het
PEN werd geschat dat een 10 pk elektromotor vol-doende zou zijn voor de
bemalling, maar er zou wel verzwaring van de bestaande koperen
aanvoerleidingen nodig zijn, benevens verlenging met 1000 meter, als van
aansluiting op het elektriciteitsnet van Oost-Graftdijk gebruik zou worden
gemaakt. Een andere mogelijkheid was aansluiting op het Beemster net, wat
gediend had voor de stroomlevering aan fort Spijkerboor tijdens de
mobilisatiejaren 1914-'18. Dan zou echter dat net moeten worden uitgebreid
met een laagspanningskabel door de Beemster ringvaart.
Het ingenieursbureau De Wit had ook om informatie gevraagd aan het
gemeentelijk elektriciteitsbedrijf van de gemeente Graft wat de