97
Propenent bevorderd. Ingevolge van de voorgemelde beroeping, wierd ik
den 11e Mei van dat zelfde jaar, door den meergemelden Weleerw: Heer
Pieter Hartman, in de Gemeente te Kolhorn en Barsingerhorn, in den dienst
bevestigd, die daar bij een leerreden deed, over de waare welspreekenheid,
naar Pred. 12 Vs 9-11. Waarop ik des nadenmiddags den dienst aanvaarde,
met eene intre leerreden, ove Joann: 4 Vs 35-38. Den 9e November van dat
jaar, bediende ik, in de gemeenten voor de eerste na ze het H. Avondmaal,
daar bij eene leerreden doende, over Hebr: 12 Vs 2.
In het jaar 1784 den 7e Maart, bediende ik voor de eerste maal, in die
Gemeente den H. Waterdoop aan 7 persoonen. Bij gelegenheid van die
plegtigheid voor de eerstemaal, ontleende ik mijne leerreden, uit Matt: 3
Vs 13-15. Na het overlijden van den Weleerw: Cornelis Hagenmaaker,
leeraar der Doopsgzinde Gemeente Wieringen, wierd ik, door den kerkeraad
dier Gemeente verzogt aldaar op mijn beroep te preeken. Ik voldeed aan dat
verzoek op den 25e april, des voormelden jaars met dat gevolg dat ik,
terstond na het eindigen dier bijeenkomst, door de Broederschap dier
gemeente, tot leeraar van dezelve beroepen wierd.
Na eenigen tijd van beraad, heb ik die beroeping op den 11e Mei van dat
jaar, aangenomen. Ingevolge daarvan, nam ik den 11e Julij dezelf den jaar
plegtig afscheid van de Gemeente te Kolhorn en Barsingerhorn, met eene
leereden, over Kor; 15 Vs 58. En den daaraan volgenden 25e julij, deed ik
mijne intrede in de Gemeente te Wieringen, ter aanvaarding van den dienst,
door eene leerreden, over Rom 10 Vs 13, 14.
Geduurende mijn verblijf te Kolhorn, had ik als commissaal bij andere
lieden ingewoond. Maar te Wieringen beroepen zijnde, nam ik voor aldaar
eene eigene huishouding opte rigten, en dit deed mij tevens besluiten tot het
aangaan eener huwelijksvereeniging. Ten dien einde verzogt ik ten
echtgenote, Maartje Heinis geboren te Noordeinde van Graft, den le
October 1755, zijnde zij eene dochter van Pieter Heinis en Grietje Vroom,
welke beide, de laatsgenoemde den 3 le Mei, en de eerstgenoemde den 4 julij
in het jaar 1782 overleden zijn, nalaatende, benevens hunne voornoemde
dochter Maartje nog drie andere kinderen. De oudste dier was Simon Heinis
geboren den 20e Julij, in het jaar 1758, welke gehuwd geweest is met
Pietertje Groen uit de Rijp en den 4e october in het jaar 1808, zonder
kinderen na te laaten is overleden. De jongste was Aris Heinis geboren den
3e november 1766, die getrouwd geweest is met Trijntje Tuin van de
Oudesluis in de Zijpe en terwijl hij leeraar was op het Eiland Wieringen, is
hij den 28e Octoer in het jaar 1806, ook zonder kinderen na te laaten, te
Hoorn overleden. De andere dier drie is Trijntje Heinis geboren den 14e