66 Rijper notities In "De Speelwagen", het maandblad gewijd aan geschiedenis en folklore in Noord-Holland boven het IJ, dat in de jaren 'vijftig verscheen onder redactie van G.Köhne en Th. P.Wortel, schreef de heer Maarten Admiraal te Heemstede in een van de nummers de volgende "Rijper Notities". "Moeder vertelde eens: Dat schilder Kieft de eer toekomt het doophek en de preekstoel voor de verfkwast te hebben behoed, toen het houtwerk in de Rijper kerk moest worden geverfd. Het heeft hem echter veel moeite gekost. Helaas kon hij de parelrand, die de preekstoel sierde, niet redden. Hij moest toezien dat de timmerman de beitel in de prachtige rand zette, die plaats moest maken voor het huidige laken. Dat Reindert Ruiter op de Tuinbuurt de laatste bakker ter plaatse was, die scheepsbeschuit bakte. (Bij hem heb ik als kind menigmaal een half vijgje roggebrood gehaald; hij halveerde het brood door het met zijn wollen voorschoot te meten en dit dan dubbel te vouwen). Dat het eerste telegram uit De Rijp werd verzonden door W.Boonacker aan zijn broeder te Amsterdam, hetwelk luidde: Wees vent content, daar rent voor dertig cent langs het nieuwe instrument ons aller compliment. Dat 19 juli 1884 de meelmolen "de Reiger" op het Zuid, de houtzaagmolen "De Pauw" aan de ringsloot en een watermolen bij Spijkerboor gelijktijdig door blikseminslag werden getroffen en verbrandden. Dat 8 mei 1888 de laatste logger De Rijp verliet. Hiermee eindigde de vroeger zo belangrijke haringvisserij ter plaatse. Dat vroeger de meeste huizen op de Tuinbuurt een wal aan de Tuinbuurtsloot hadden en de kanten slecht werden onderhouden (alleen de voorstraat was van de gemeente) doch dat daarom de gemeente in overleg met de huiseigenaars er een nette schoeiïng heeft laten maken en dat aan de zuidkant van de erven, dus langs de haven, veel woon- en pakhuizen stonden. Dat in 1819 een buitengewoon zwaar onweer heeft gewoed. Drie buien kwamen boven het dorp samen, met gevolg dat het op zeventien plaatsen insloeg; alleen de molen "De Liefde" aan de Mieuwijdt verbrandde; op andere plaatsen waar begin van brand ontstond, werd dat mede door de geweldige plasregens geblust. Men vertelde dat te Spijkerboor de Rijper torenspits boven de bui zichtbaar was. Dat, toen destijds beenderen waarde kregen, men vele walvisbeenderen die

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1996 | | pagina 4