Natuurlijk werd niet vergeten de jubilea van de personeelsleden te vieren.
J.Maarse was de eerste, die een zilveren horloge zal hebben gekregen en een
bloemstuk uit eigen kas. In 1909 vond men de tijd gekomen een deel van het
83
Trots waren ze allemaal als er opdrachten kwamen om luister bij te zetten aan
feestelijke gebeurtenissen, zoals de Beemster feesten in 1887 en 1912 en niet
te vergeten de inhuldiging van koningin Wilhelmina, in 1898. Een bijzonder
mooie gestreepte colleus, die de naam Wilhelmina mocht dragen, schonken ze
aan de tuinbaas.
Als nieuwe ingezetenen van De Rijp waren de Admiralen destijds spoedig
ingeburgerd en actief in de dorpsgemeenschap. Aldert en Cor behoorden tot
de eerste leden van de gymnastiekvereniging "Bato". Cor was mede-oprichter.
Klaas was al gauw diaken van de Hervormde Kerk, maar gaf de collectezak
twee jaar later over aan Aldert, die tot 1923 lid van de kerkeraad is gebleven
en als zodanig zich heeft beijverd voor de kerkerestauratie, tesamen met
dokter Van Leeuwen en A.Eisma, uitgever van de Rijper Courant.
Niet alleen Cor heeft belangrijke uitvindingen op zijn naam; ook Klaas
verdient als uitvinder te worden geboekstaafd.
Hij las eens, in 1884, dat door een felle brand in de binnenstad van
Amsterdam een aantal mensen om het leven was gekomen, als gevolg van het
betreurenswaardige feit dat de bovenverdieping van het pand voor de
brandweer onbereikbaar was. Dit voorval hield hem bezig en, handig als hij
was, construeerde hij een uitschuifbare ladder, die op een wagen gemonteerd,
de hoogste verdieping kon bereiken.
Met zijn model begaf Klaas zich naar de hoofdbrandmeester in Amsterdam en
verraste deze met zijn vinding. De man bestudeerde de originele wijze waarop
de ladders vlug konden worden uitgetrokken en verklaarde dit systeem al zelf
te hebben bedacht. Jammer voor Klaas! Teleurgesteld kwam hij thuis. Maar
na enige tijd produceerde de fabrikant Magirus een laddertype zoals in De
Rijp was uitgevonden!!
In de familie wordt het houten model nog zorgvuldig bewaard.
Door aankoop van percelen grond en gebouwen groeide de firma tot een van
de belangrijkste in het dorp.
Vader Maarten en moeder Neeltje hadden hun kinderen nog lang om zich
heen. In 1882 werden ze grootouders. Maarten Klaaszoon zag het levenslicht.
Later werden nog drie kinderen geboren.
Cor vond in Marretje Christina van der Vliet een wederheft. Zij kregen drie
kinderen. Aldert had zijn hart verpand aan al wat groeit en bloeit, maar zette
pas in 1902 de viering van het 25-jarig bestaan van het bedrijf luister bij door
in dat jaar te trouwen met Maria Margaretha van de Staat uit Zaandam. Dit
late huwelijk leverde ook geen opvolger op. Als kinderloos echtpaar
onderhielden zij een hechte band met neven en nichten.