74
33. Nu eerst een molenaar
Die woont daar na behage
Is 't niet van d'een dan is 't van de aar
Weet ik u voor te dragen
Louwes Evert eene man
Die vischt en turfdragen kan
Ziet een groot erf daar weder an.
De molenaar is Ernst van Essen. Hij was de eigenaar van de korenmolen die
buiten het dorp stond op de "Verdolven Weide". De molen werd in 1813
afgebroken.
Louwes Evert Evert Lourensz.
34. Klaas Frederikse nu hier voorbij
Met huis en erf te saame
Dan al weer op eene rij
Een man niet ons te schamen
Het is Willem Wigeman
Waar mee nu weder kom
Die heeft vele jaaren en is nog niet krom.
Klaas Frederikse Klaas Frederiksz. Tuijnman. Willem Wigeman Willem
Wiegeling.
35. Het is Jan Gerritse alhier
Die lang heeft moge leven
In al zijn doen zeer net en fier
Zijn erf is daar beneven
Dan is 't Arejan de waart
En erf weder aan gepaart
Dan Dirk Olij zoo men verklaart.
Jan Gerritse Jan Gerritsz. de Waart.
36. Ziet weer Jan Rodes huis
En stal terzijde legge
Dan ziet men weer alles fier
Ik moet het u eens zegge
't Is het spul van Meester Jan
Kleermaker fokke dan
Ziet huis en tuin daar scheelt niet an.
De kleermaker heette Jan Fokke.