49 Eigen school Het aantal inwoners van Marcken was groot genoeg om een eigen school te bezitten. In 1609 wordt voor het eerst gewag gemaakt van een schoolmeester op Marcken. Op 2 mei van dat jaar is door de baljuw van Kennemerland een commissie of aanstelling aan de schoolmeester uitgereikt. In 1626 werd zo'n commissie uitgereikt aan Jan Allerts, de zoon van de schout van Uitgeest. Hij vertrok echter al in 1629 en werd opgevolgd door Claes Pieters Haringa, die in 1636 naar Wormerveer vertrok. Toen moest dus opnieuw in het ambt worden voorzien. Dat ging met problemen gepaard. Dat kwam doordat Marcken bijna geheel door doopsgezinden werd bewoond, terwijl het onderwijs werd behartigd door de gereformeerde hervormde) kerk. Een volgende keer gaan we nader in op de "schoolstrijd in Marcken" die hiervan het gevolg was. Zeevaart en visserij Nu nog iets over de middelen van bestaan in dit dorp. We noemden al de veeteelt en een zekere mate van landbouw. Maar zoals zovele Noordhollandse dorpen was ook Marcken betrokken bij de zeevaart, de haringvisserij en ook de Groenlandse visserij of walvisvaart. Al vóór 1600 kocht zekere Claes Symonsz van de Marcken een buysschip" van iemand van Jisp, met haringvisserij als oogmerk. Dat de haringvisserij niet altijd winstgevend was, ondervond een weduwe van Marcken in 1627. Zij was deelneemster in een haringrederij die blijkbaar ernstig verlies had geleden. Haar werd dientengevolge ontheffing verleend van de betaling van de 5e penning, met de aantekening "by der zee verloren".7' Ook in ander opzicht ondervond men te Marcken dat er bijzondere gevaren aan de haringvisserij waren verbonden. In de eerste Engelse oorlog werd de haringbuis van een inwoner van Marcken genomen door een Schotse kaper. De bemanning werd in gevangenschap gebracht "int liet in Schotland", dat is Leith in Schotland. Twee Marckers die als stuurlieden op het schip voeren konden echter op 7 december 1653 verklaren dat zij nog tijdens de oorlog werden vrijgelaten." Voorts blijkt uit een testament van 1 april 1674 van zekere Claes Lucasz te Marcken dat hij commandeur ter walvisvaart was, waaruit dus blijkt dat Marckers ook bij de Groenlandvaart waren betrokken. Dat zij ook anderszins in de scheepvaart actief waren, onder andere

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 1996 | | pagina 7